Ingediend | 28 februari 2011 |
---|---|
Beantwoord | 13 april 2011 (na 44 dagen) |
Indieners | Alexander Pechtold (D66), Wassila Hachchi (D66) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | bestuur rijksoverheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z04018.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2200.html |
Ja.
Ik heb begrip voor de teleurstelling van de geïnterviewden maar ik deel hun mening niet. Buitenlandse Zaken heeft een loopbaandienst met ruim 2 800 ambtenaren waarvan jaarlijks vele honderden wereldwijd van functie wisselen. Medewerkers worden zoveel mogelijk overeenkomstig hun eigen voorkeur geplaatst. Uitgangspunt is de juiste persoon op de juiste plaats. Daarbij kan dus ook voorkomen dat medewerkers niet geplaatst worden op een plaats van hun voorkeur. Door de inkrimping van het ministerie komt dit nu vaker voor. Het komt nauwelijks voor dat medewerkers naar aanleiding van een niet gewenste plaatsing ontslag nemen.
Zie antwoord vraag 2.
Het ministerie haalt jonge mensen binnen en biedt ze kansen voor een interessante carrière. Ze krijgen een uitgebreid opleidingspakket aangeboden. Bovendien draaien jonge medewerkers van andere departementen sinds enkele jaren volledig mee in de opleiding BBBZ (Beginnend Beleidsmedewerker Buitenlandse Zaken). Het is essentieel dat er voldoende vernieuwing in de organisatie wordt gebracht. Daarom zijn jonge medewerkers ook nodig voor de toekomst en zal het ministerie extra jonge medewerkers werven.
Buitenlandse Zaken biedt medewerkers uitdagende en afwisselende plaatsingen in binnen- en buitenland. Medewerkers zijn direct betrokken bij het vormgeven en uitdragen van de Nederlandse visie op het buitenland. Medewerkers kiezen voor de loopbaandienst en doen op verschillende terreinen ervaring op om «all round» diplomaat te worden of om zich meer te verdiepen in bepaalde regio’s of beleidsterreinen. Een carrière betekent niet altijd hogere schalen, maar ook verdieping in het werk.
De perspectieven voor rijkstrainees op doorstroming naar vaste functies zijn, ondanks de taakstellingen, redelijk. Een cijfermatig overzicht staat bij het antwoord op vraag 17. Rijkstrainees kunnen nadien ook op basis van een aanstelling in tijdelijke dienst bij Buitenlandse Zaken werkzaam blijven voor een specialistische functie. Dit biedt echter geen uitzicht op een vast dienstverband en heeft geen invloed op het aantal traineeposities. Het rijkstraineeprogramma is rijksbreed vastgelegd.
Zie antwoord vraag 6.
Zie antwoord vraag 6.
Het overplaatsingssysteem wordt al enige maanden kritisch tegen het licht gehouden. Alle medewerkers zijn hiervoor herhaaldelijk en uitdrukkelijk uitgenodigd input te leveren. Voorzien is dat voorstellen voor aanpassingen over enkele maanden onderwerp van overleg met de Ondernemingsraad en de vakbonden zullen zijn.
Prioriteiten in het beleid hebben invloed op het personeel. Dit komt tot uitdrukking in verschuiving van ambtelijke sterkte van afdelingen en opleidingspakketten die het personeel worden aangeboden. In de Kamerbrief over de herziening van het postennet wordt hier nader op ingegaan.
Door veranderende omstandigheden in binnen- en buitenland wordt bij de instroom het gevraagde profiel steeds bijgesteld. Aanvankelijk werden vooral juristen, historici en politicologen geworven. In de loop der jaren kwamen daarnaast ingenieurs, economen en linguïsten in dienst. Ook worden soms specialisten op het gebied van actuele thema's op het gebied van ontwikkelingssamenwerking of ICT geworven. Door om- en bijscholing worden medewerkers geschikt gehouden/gemaakt voor nieuw gestelde eisen, nieuwe kennis, talen, enz. Daarnaast kent het ministerie vele trainingen op het gebied van gedrag, zoals interculturele sensitiviteit, gesprekstechnieken, onderhandelingsvaardigheden, personal performance, assertiviteit, enz.
Het Sociaal Flankerend Beleid (SFB) op het ministerie van Buitenlandse Zaken is ingezet om vrijwillige mobiliteit binnen en buiten Buitenlandse Zaken te stimuleren. Het SFB staat open voor alle medewerkers. Het zijn overigens vooral oudere medewerkers die een beroep op het SFB hebben gedaan:
Ja. De huidige taakstelling is, zoals bij alle ministeries, ingegeven door de wens «kleiner maar beter». Bij dat uitgangspunt speelt leeftijd geen rol.
HDPO is erg kritisch op vervolgplaatsingen van HDPO’ers om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. Over voorgenomen plaatsingen wordt nadrukkelijk overlegd met de Commissie plaatsingsbeleid II, die onder leiding staat van plaatsvervangend Secretaris-Generaal en waarin tevens zitting hebben de Directeur-Generaal Politieke Zaken en vijf door de Ondernemingsraad aangewezen medewerkers. Deze commissie toetst de zorgvuldigheid van het overplaatsingsproces. Medewerkers van HDPO hebben daardoor eerder nadeel dan voordeel voor wat betreft hun vervolgplaatsing. In de periode 2007–2011 hebben 9 van de 110 medewerkers van HDPO die zijn overgeplaatst een promotie gekregen (8,18%, terwijl het Buitenlandse Zaken gemiddelde in die periode 22,56% bedroeg). Daarnaast werden 32 medewerkers van HDPO (29,01%) beneden hun eigen schaalniveau geplaatst.
Onderstaande tabel toont de uitstroom tussen 2000 en 2010 van ambtelijk personeel bij Buitenlandse Zaken, jonger dan 35 jaar, per schaal. De getoonde cijfers zijn inclusief uitstroom vanwege een overstap binnen de rijksdienst.
Schaal
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
3
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
2
4
–
2
–
1
3
1
–
2
5
1
4
5
3
2
4
5
5
7
3
10
11
9
15
6
6
7
7
7
6
6
6
6
9
9
11
7
–
1
4
4
–
3
3
2
–
6
3
8
–
3
2
3
2
1
–
1
2
4
6
9
–
–
1
5
–
2
1
5
4
2
4
10
8
8
11
18
12
7
15
7
4
3
5
11
21
39
35
26
10
11
10
11
5
10
9
12
6
3
2
4
5
2
4
3
1
2
–
13
1
–
2
–
1
–
1
–
1
4
1
14 en hoger
Het beeld van de relatief hoge uitstroom in de schalen 10 en 11, en in mindere mate schaal 12, is bij veel ministeries terug te zien. In het bijzonder vertoont de uitstroom bij BZK, EZ, OC&W, SZW, VROM en VWS hetzelfde beeld.
Buitenlandse Zaken neemt jonge medewerkers onder de 35 jaar in tijdelijke dienst (o.a. uit de opleiding BBBZ) met wie na afloop een vast dienstverband wordt aangegaan (in 2000: 12; in 2001: 28, in 2002: 18, in 2003: 20, in 2004: 8, in 2005: 12, in 2006: 24, in 2007: 22, in 2008: 25, in 2009: 19 in 2010: 22).
Van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werd onderstaande opgave ontvangen van de instroom van trainees bij start RTP.
Start
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
AZ
3
2
2
2
0
0
0
0
0
0
0
BuZa
4
2
5
5
2
2
3
3
3
8
5
BZK
12
10
5
8
17
15
28
26
24
21
18
DEF
0
0
0
0
0
5
0
0
0
0
0
EZ
8
10
9
12
5
4
9
15
15
16
6
FIN
13
14
13
13
4
5
6
6
8
11
3
JUS
15
14
13
13
10
10
12
15
16
15
13
LNV
15
15
15
0
0
5
6
5
10
10
8
OCW
6
13
6
6
3
4
5
8
8
10
16
SZW
12
10
14
12
6
6
6
6
6
9
9
V&W
19
24
31
13
10
28
23
44
40
42
46
VROM
5
3
8
8
4
15
15
15
15
15
15
VWS
7
8
8
7
10
8
8
10
8
8
16
R.v.State
2
2
2
2
0
0
0
0
0
0
0
Inspecties
0
0
0
0
0
0
0
0
6
4
0
Totaal
121
127
131
101
71
107
121
153
159
169
155
Daarnaast neemt Buitenlandse Zaken jaarlijks gemiddeld 15 jonge medewerkers aan in de opleiding BBBZ voor een eigen opleidingstraject. Deze medewerkers komen na een opleiding en twee jaar goed functioneren in vaste dienst.
Van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werd onderstaand overzicht ontvangen van de doorstroming van trainees bij het Rijk.
Doorstroom na afloop traineeprogramma per jaar
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Totaal
Aanstelling bij eigen of ander ministerie*
88
58
88
90
127
119
570
Geen aanstelling
13
13
19
31
26
40
144
Totaal
101
71
107
121
153
159
714
Doorstroompercentage
85%
82%
83%
74%
83%
75%
80%
cijfers over vaste en tijdelijke aanstelling zijn van eerdere jaren niet volledig beschikbaar. In 2008, 2009 en 2010 was het percentage vaste aanstellingen resp. 59%, 58% en 46%.
De doorstroming van rijkstrainees binnen Buitenlandse Zaken geeft het volgende beeld (cijfermateriaal slechts beschikbaar vanaf het rijkstraineeprogramma 2003, de programma’s van 2009 en 2010 lopen nog):
Doorstroom na afloop traineeprogramma per jaar
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Aanstelling in vaste dienst
2
1
–
1
1
1
Aanstelling in tijdelijke dienst
–
–
–
1
1
Geen aanstelling
3
1
2
2
1
1
Totaal
5
2
2
3
3
3
NB: de jonge instromers die via de opleiding BBBZ bij Buitenlandse Zaken binnenkomen krijgen bijna allemaal een vaste aanstelling.
Zie antwoord vraag 16.