Ingediend | 10 februari 2011 |
---|---|
Beantwoord | 23 maart 2011 (na 41 dagen) |
Indiener | Metin Çelik (PvdA) |
Beantwoord door | Marja van Bijsterveldt (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z02673.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1913.html |
Ja.
Nederland kent geen recht op thuisonderwijs. Met thuisonderwijs kan de leerplicht niet worden vervuld. Wel kan een ouder zich op basis van artikel 5 van de Leerplichtwet in bepaalde omstandigheden en als voldaan is aan specifieke voorwaarden beroepen op vrijstelling van de leerplicht, waarna deze desgewenst thuisonderwijs kan aanbieden.
In het schooljaar 2009 – 2010 zijn op grond van artikel 5 het volgende aantal vrijstellingen gemeld:
Artikel 5, onder a: 2 964
Artikel 5, onder b: 328
Artikel 5, onder c: 5 884
Het aantal genoemd onder a. betreft vrijstellingen vanwege het op lichamelijke of psychische gronden niet geschikt zijn om tot een school te worden toegelaten. Het aantal genoemd onder b. betreft overwegende bedenkingen tegen de richting van alle scholen op redelijke afstand en het aantal genoemd en het aantal genoemd onder c. betreft het ingeschreven staan op en bezoeken van onderwijs in het buitenland.
Artikel 5, onder b, is aan de orde in het bericht waarnaar verwezen wordt.
Zie antwoord vraag 3.
2004
2005
2006
2007
2008
2009–2010
Onder a
1978
1916
1747
2098
2533
2964
Onder b
166
170
235
3821
279
328
Onder c
58842
Bevat ten onrechte opgaven (85 + 60) voor onder c.
Eerste jaar van registratie.
Thuisonderwijs is geen bij wet geregelde vorm van onderwijs, maar kan aan de orde zijn wanneer er sprake is van vrijstelling van de leerplicht.
Bij mijn brief van 13 december 2010 (32 500 VIII nr. 123) als beleidsreactie op het aanvullend onderzoek naar thuisonderwijs heeft het kabinet de Tweede Kamer bericht het niet noodzakelijk en disproportioneel te achten om aan de geldende wettelijke bepalingen inzake vrijstelling van de leerplicht op grond van richtingsbedenkingen voorwaarden te verbinden op het gebied van de kwaliteit van thuisonderwijs en het toezicht erop. Daarbij is opgemerkt dat het opnemen van thuisonderwijs als ongewenst neveneffect kan hebben dat thuisonderwijs wordt gezien als een volwaardig alternatief voor regulier onderwijs. Dit zou een onwenselijke aanzuigende werking kunnen hebben.
Ik acht het van groot belang voor de toekomst van zowel de ouders en het kind zelf, maar ook voor de samenleving als geheel, dat leerlingen ingeschreven staan op een school en deze ook geregeld bezoeken. Actieve participatie, ook via het volgen van onderwijs, ontmoeting en contact met andere kinderen en volwassenen, het aanleren van sociale vaardigheden en burgerschap kunnen, naast natuurlijk goed onderwijs, echt tot hun recht komen in een schoolse situatie. Vrijstelling van de leerplicht doet het kind tekort en acht ik in principe niet wenselijk, behalve voor situaties van overmacht met name zoals bedoeld in artikel 5, onder a.
Ik ga mij dan ook beraden op de opportuniteit van deze vrijstellingsgrond en zal u dit najaar over de uitkomst informeren.
De verantwoordelijkheid voor de handhaving van de leerplicht berust bij de gemeente Amsterdam. Ik heb begrepen dat de verantwoordelijke wethouder met de betrokken ouders in gesprek is en volg de ontwikkelingen.
De ontstane situatie rond de sluiting van het ICA is de resultante van het onder de opheffingsnorm gezakte aantal leerlingen en artikel 107 WVO inzake het beëindigen van de bekostiging indien een school gedurende drie achtereenvolgende schooljaren te weinig leerlingen heeft.
Het staat de scholen vrij kledingvoorschriften te hanteren. De grens wordt bereikt wanneer de naleving en handhaving daarvan leidt tot ongelijke behandeling. Verregaande eisen zullen bovendien het aantal leerlingen niet ten goede komen.