Ingediend | 4 februari 2011 |
---|---|
Beantwoord | 15 maart 2011 (na 39 dagen) |
Indiener | Ahmed Marcouch (PvdA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z02235.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1818.html |
Ja.
De voorzitter van het College van procureurs-generaal (het College) heeft op 1 februari 2011 in een speech gesproken over de vraag of het wenselijk zou zijn particulieren die betaald worden door bedrijven een publieke taak te laten vervullen als buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s). De aanleiding was een artikel waarin de voorzitter van de Vereniging van particuliere beveiligingsorganisaties pleitte voor meer bevoegdheden voor particuliere beveiligers, bijvoorbeeld bij het aanhouden van een winkeldief (Financieel Dagblad 7 december 2010). De voorzitter van het College is daarbij onder andere ingegaan op de mogelijkheid dat de overheid overlegt met het bedrijfsleven over de inzet van een «winkelboa» die kan optreden tegen winkeldiefstal. Hij is ook ingegaan op de vraag of een dergelijke «winkelboa» sommige geweldsmiddelen zou mogen inzetten.
Mijn uitgangspunt is dat het geweldsmonopolie bij de Staat moet blijven berusten. Ik onderzoek samen met de handhavingspartners hoe overheid en bedrijfsleven hun verantwoordelijkheid voor de lokale veiligheid optimaal kunnen waarmaken. Ik was er niet van op de hoogte dat de voorzitter deze speech zou geven noch had ik dat behoeven te zijn. Zijn bijdrage aan een discussie over publiek-private samenwerking bij het houden van toezicht en het handhaven in de openbare ruimte sluit aan bij mijn verkenningen. De vraag of eventuele door het bedrijfsleven betaalde boa’s in naam van de Staat en ten behoeve van het algemeen belang geweld zouden mogen toepassen, zal daarbij ook aan de orde komen. Ik verwijs verder naar het antwoord op vraag 3.
Het is geen trendbreuk als boa’s niet enkel in dienst zijn van de overheid. Op grond van de Circulaire buitengewoon opsporingsambtenaar (Stcrt. 2011, 926) kunnen gemeenten voor een beperkt aantal opsporingsbevoegdheden boa’s inhuren bij particuliere organisaties. Dergelijke boa’s staan op de loonlijst van een particuliere organisatie en zijn tevens in onbezoldigde dienst van de overheid, zodat de aansturing van en het toezicht op de inzet van de boa en de samenwerking met de politie (regie en informatiedeling) goed kunnen worden geregeld. Van het privatiseren van het geweldsmonopolie is geen sprake. Ik verwijs u hieromtrent ook naar mijn beantwoording van de vragen van het lid Çörüz (Kamerstukken II, 2010–2011, Aanhangsel Handelingen, nr. 1222).
Boa’s van de gemeente zorgen in de (semi-)openbare ruimte voor de handhaving van de lokale veiligheid met een focus op leefbaarheid, overlast en verloedering. Boa’s kunnen derhalve ook optreden op bedrijventerreinen en in winkelcentra. Boa's dienen in het algemeen het publieke belang of een semi-publiek belang, zoals de Openbaar Vervoer-boa of de boswachter. In de private of semi-private ruimte zijn particuliere beveiligers actief die in opdracht van de ondernemer veiligheid bevorderen voor de ondernemer en zijn eigendommen, zijn personeel en zijn publiek. Zij dienen daarmee een privaat en/of commercieel belang en ook een publiek belang.
Ik acht het niet wenselijk vooruit te lopen op de in het antwoord op vraag 2 genoemde verkenning. Zodra ik in dat verband tot conclusies ben gekomen, zal ik uw Kamer dienaangaande informeren.
Volgens artikel 5.2 Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr) mag een boa niet naast zijn werkzaamheden als boa tevens werkzaamheden voor een beveiligingsorganisatie verrichten. Van dit verbod wordt op grond van artikel 5.4 Wpbr ontheffing verleend als de functie als opsporingsambtenaar en de werkzaamheden bij de beveiligingsorganisatie zich zodanig tot elkaar verhouden dat het gevaar voor vermenging van taken en het gevaar voor overdracht van politie-informatie of opsporingsinformatie tot een minimum beperkt blijven. Uitgangspunt daarbij is en blijft dat de betrokken persoon niet op één en dezelfde plaats beide petten tegelijkertijd kan dragen en dus niet kan wisselen naar eigen inzicht. Ik acht het van groot belang dat taken en bevoegdheden voor de burger te allen tijde duidelijk zijn.
Verder verwijs ik naar het antwoord op vraag 2.
Zie antwoord vraag 5.
Zie antwoord vraag 5.
Zoals aangegeven in het antwoord op vragen 3 en 4 dienen de taken van particuliere beveiligers ook een publiek belang.
Gemeentelijke straattoezicht- en handhavingdiensten zijn geen aanvulling op, vervanging of concurrent van de politie, maar een exponent van de eigen verantwoordelijkheid van het lokaal bestuur voor de lokale veiligheid. Zij zijn het antwoord op verzoeken van burgers aan de gemeente om zaken op het terrein van leefbaarheid, verloedering en overlast in de openbare ruimte aan te pakken.
Ik verwijs verder naar het antwoord op vraag 2.
Dergelijke boa's tellen niet mee bij de taakstelling van de regering voor animal cops. De dierenpolitie gaat bestaan uit 500 agenten en niet uit boa's. Het kabinet heeft ervoor gekozen om agenten met algemene opsporingsbevoegdheid in te zetten bij de aanpak van dierenmishandeling en dierenverwaarlozing. Zo kan de pakkans voor daders van deze delicten worden vergroot en kunnen ook delicten die in samenhang worden gepleegd met dierenmishandeling en dierenverwaarlozing worden aangepakt.
Hierbij bericht ik u dat de schriftelijke vragen van het lid Marcouch (PvdA) over de oproep van de voorzitter van het College van procureurs-generaal om winkelbeveiligers te bewapenen (ingezonden 4 februari 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.