Ingediend | 25 januari 2011 |
---|---|
Beantwoord | 14 februari 2011 (na 20 dagen) |
Indieners | Renske Leijten , Henk van Gerven |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z01297.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1416.html |
Zorgambulances worden op meer plekken ingevoerd en zijn een logische aanvulling op het aanbod van de ambulancezorg. Op zich is differentiatie in vervoer een wenselijke ontwikkeling tegen de achtergrond van een effectievere en efficiëntere ambulance inzet. Natuurlijk moet het wel verantwoord zijn. De ambulancesector is op grond van de Kwaliteitswet zorginstellingen erantwoordelijk voor het definiëren van verantwoorde ambulancezorg.
Ja, dit is toegestaan. De zorgambulance is een ambulance die een patiënt vervoert in opdracht van de meldkamer. De zorgambulance beschikt over een vergunning van de provincie en valt voor de kwaliteitsrichtlijnen onder verantwoorde ambulancezorg op grond van de Kwaliteitswet zorginstellingen.
De vergunninghouder ambulancevervoer is altijd verantwoordelijk en aansprakelijk voor het leveren van verantwoorde ambulancezorg. Daar valt ook onder de personele bezetting van de zorgambulance. Binnen de sector zijn richtlijnen over het verlenen van die verantwoorde zorg. In Amsterdam is bijvoorbeeld een protocol dat aangeeft bij welk type patiënt welk type van vervoer op zijn plek is. Dit protocol is opgesteld door en functioneert onder verantwoordelijkheid van de medisch manager.
Nog niet zo lang geleden hebben werkgevers en werknemers een CAO afgesloten voor de hele ambulancesector. Een belangrijke stap voorwaarts. In het overleg dat partijen hebben over deze CAO passen ook afspraken over wie er precies wel en niet onder vallen en over de naleving er van.
Mij zijn geen berichten bekend dat de paraatheid hierdoor negatief wordt beïnvloed. Op grond van de eisen aan verantwoorde ambulancezorg is de vergunninghouder gehouden te voldoen aan de bereikbaarheidsnorm2. Hoe hij dat het beste kan organiseren is de verantwoordelijkheid van de vergunninghouder. De provincie toetst het betreffende spreidingsplan op basis van berekeningen die door het Rijksinstituut van Volksgezondheid en Milieu (RIVM) periodiek uitgevoerd worden. Jaarlijks legt de sector verantwoording af over de gerealiseerde aanrijdtijden in de publicatie «Ambulances in Zicht».
Zie antwoord op vraag 5.
Tot de Wet op de ambulancezorg (Waz) in werking treedt geldt de Wet op het ambulancevervoer (Wav) en blijft de regeling «inzet hulpambulances» van kracht. Zie voor de vraag over de CAO het antwoord op vraag 4.
Nee, in de regeling «inzet hulpambulances» is bepaald dat de bemanning van de hulpambulance bestaat uit een bestuurder en een begeleider. De bemanningsleden zijn tenminste in het bezit van een geldig eenheidsdiploma EHBO. In deze regeling is vastgelegd dat een behandelend arts bepaalt of de patiënt kan worden vervoerd met een hulpambulance. De arts regelt het vervoer met een hulpambulance rechtstreeks met de vergunninghouder. Deze aanvraag loopt niet via de Centrale Post Ambulancevervoer (CPA).
Differentiatie van vervoer blijkt een goede aanvulling op de ambulancezorg. In een tijd waarin met minder middelen een groeiende zorgvraag moet worden beantwoord, zal naar middelen moeten worden gezocht om de ambulancezorg zo efficiënt mogelijk in te richten. Het leveren van verantwoorde zorg blijft ook in de ambulancesector het uitgangspunt voor goede kwaliteit.