Ingediend | 18 januari 2011 |
---|---|
Beantwoord | 16 februari 2011 (na 29 dagen) |
Indiener | Paulus Jansen |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten rampen |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z00814.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1456.html |
Ik heb kennisgenomen van de berichtgeving over de enquête die Signaal na de brand in Moerdijk heeft gehouden over alarmering van doven en slechthorenden in het gebied. Signaal stelt dat doven en slechthorenden later op de hoogte waren van de situatie dan de goed horende bevolking, omdat zij de waarschuwingssirene en geluidwagens niet hebben gehoord. Dat is ernstig maar op zich kunnen daar geen eenduidige conclusies aan verbonden worden over grotere risico’s.
Er is een aantal factoren dat van invloed is op de wijze waarop burgers, zowel doven als goed horenden, gealarmeerd worden. Dat heeft bijvoorbeeld te maken met de plaats waar zij zich bevinden en de werkzaamheden die zij op dat moment uitvoeren. En in het kader van zelfredzaamheid heeft de burger ook zelf invloed, bijvoorbeeld door het gebruik van hulpmiddelen en eventuele afspraken die burgers hebben met mensen in de buurt over extra aandacht in noodsituaties. Daarnaast is een aantal middelen beschikbaar die overheden in kunnen zetten om informatie te verstrekken aan burgers en tevens om de zelfredzaamheid te vergroten. De gemeente kan bijvoorbeeld via de calamiteitenzender de nieuwsboodschappen op de TV ondertitelen.
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is op 16 juli 2010 (kamerstuk 29 668, nr. 30) geïnformeerd over de stand van zaken betreffende NL-Alert (voorheen cell broadcast). Aangegeven is dat NL-Alert eind 2010 technisch gerealiseerd zal zijn en dat de dienst, na opleiding van gebruikers en het houden van praktijktesten, in het 2e kwartaal van 2011 operationeel in gebruik kan worden genomen. Technisch is NL-Alert gereed, wel zijn er nieuwe ontwikkelingen in de technologie zoals de (snelle) invoering van de Iphone. Daarnaast wil ik voor het invoeren bij de veiligheidsregio’s meer tijd inruimen zodat dit zorgvuldig gebeurt inclusief voldoende aandacht voor de communicatie. Zoals ik heb gezegd in het Algemeen Overleg met de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie over rampenbestrijding en crisisbeheersing van afgelopen 9 december 2010, heb ik naar verwachting heel 2011 hiervoor nodig. NL-Alert was ten tijde van de brand bij Chemie-Pack nog niet gereed om in te zetten.
Op dit moment ben ik bezig met het invoeren van NL-Alert. Naar verwachting heb ik heel 2011 nodig om NL-Alert te implementeren. Het is de eerste keer dat cell-broadcast voor alarmering bij rampen en crises wordt gebruikt. Ik bewaak dan ook strikt de uitvoering van dit traject. De nieuwe technische ontwikkelingen zoals de snelle opkomst van de Iphone maken dat ik gevraagd heb om een gateway review. Een gateway review is gericht op het in kaart brengen van risico’s en noodzakelijke maatregelen om deze risico’s te beperken. De uitkomsten van deze review zouden kunnen leiden tot een aanpassing in de uitvoering en in de planning van NL-Alert. Indien dit leidt tot aanpassingen, stel ik uw Kamer daarvan op de hoogte. Ik verwacht u hier medio mei over te kunnen informeren.