Ingediend | 11 januari 2011 |
---|---|
Beantwoord | 1 maart 2011 (na 49 dagen) |
Indiener | Harry van Bommel |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | defensie internationaal organisatie en beleid recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z00247.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1587.html |
Ja.
De onderzoekers geven geen uitsluitsel over de mogelijke effecten van het gebruik van verarmd uranium in munitie op de volksgezondheid. De regering neemt met belangstelling kennis van dergelijk onderzoek en waardeert de inspanningen die op dit gebied door onderzoeksinstellingen worden verricht. Ik zie op basis van dit onderzoek geen aanleiding de Iraakse autoriteiten hierop aan te spreken.
Ik zie daartoe geen aanleiding. Zie ook het antwoord op vraag 2.
Er is binnen de VN veelvuldig gesproken over de effecten van verarmd uranium in munitie. De regering onderkent het belang van dit onderwerp en spant zich in ervoor te zorgen dat de discussie over de gevolgen van verarmd uranium recht doet aan de feiten. De regering is van mening dat op basis van onderzoek dat tot dusver is uitgevoerd door een groot aantal relevante instanties het mogelijke schadelijke effect op de gezondheid van het gebruik van verarmd uranium in munitie en wapensystemen niet kan worden vastgesteld. Het genoemde onderzoek geeft geen aanleiding tot nader onderzoek door het ministerie van Defensie of TNO Veiligheid en Defensie.
De Nederlandse ambassade in Bagdad heeft herhaaldelijk contact gezocht met het Iraakse Ministerie van Mensenrechten om de resultaten van het aangekondigde onderzoek in Falluja te vernemen. Tot nu toe hebben deze pogingen geen resultaat opgeleverd. Nederland blijft aandringen op het bekendstellen van de resultaten van dit onderzoek door een commissie van het Ministerie van Mensenrechten. Mocht alsnog informatie verkregen worden over dit onderzoek, dan zal de Tweede Kamer uiteraard hierover worden geïnformeerd.
Nederland is partij bij zowel het Derde Protocol bij het Conventionele Wapensverdrag (CCW) als bij het Eerste Protocol bij de Geneefse Verdragen en hecht grote waarde aan beide protocollen. Nederland zal zich blijven inzetten om landen die geen partij bij de protocollen zijn te bewegen deze alsnog te ondertekenen.