Ingediend | 10 januari 2011 |
---|---|
Beantwoord | 9 februari 2011 (na 30 dagen) |
Indiener | Renske Leijten |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z00202.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1369.html |
De gemeente dient haar burgers adequaat en zorgvuldig te informeren over de keuzemogelijkheden van de verschillende vormen van huishoudelijke hulp die zij biedt. Met de wetswijziging van de Wmo per 1 januari 2010 is onder andere de «informed consent» in de wet opgenomen. Ik vind het belangrijk dat gemeenten deze «informed consent» zorgvuldig invullen.
De gemeente Breda legt bij alle nieuwe verzoeken tot huishoudelijke hulp, zo geeft men aan, huisbezoek af door klantmanagers op HBO-niveau. Daarbij wordt zowel mondeling als schriftelijk informatie gegeven over de mogelijkheden die er zijn om huishoudelijke hulp te krijgen. Als een burger voor een alfahulp kiest, wordt daarna verwezen naar een speciale website (www.alfachequebreda.nl) met nog meer informatie over deze optie.
Vervolgens is het aan de burger om te bepalen welke vorm van huishoudelijke hulp het best bij hem of haar past: in natura, in de vorm van een pgb via een overeenkomst van opdracht of als volledig werkgever, of in de vorm van een financiële tegemoetkoming en gebruikmakend van de regeling dienstverlening aan huis.
Zie antwoord vraag 4.
Zoals aangegeven, is de gemeente Breda op geen enkele wijze van plan om sturend te willen optreden in de keuze die de burger uiteindelijk maakt ten aanzien van de vorm waarin deze de huishoudelijk hulp wil ontvangen.
In artikel 6 van de Wmo is opgenomen dat een gemeente bij een individuele voorziening de keuze moet bieden tussen een voorziening in natura en een hiermee vergelijkbaar en toereikend pgb. Een gemeente zal een individuele voorziening dus altijd in de vorm van een natura-verstrekking dienen aan te bieden.
De tarieven voor de verschillende vormen van huishoudelijke hulp lopen uiteen. Over het algemeen kent de in natura variant het hoogste tarief. De voorkeuren van de cliënten bepalen in welke verhouding de verschillende vormen van huishoudelijke hulp worden afgenomen.
Uit navraag bij de gemeente Breda blijkt dat zij niet de wens heeft om op termijn geen zorginstellingen meer te contracteren.
Zie antwoord vraag 7.
Ja. Een thuiszorgmedewerker kan op verschillende manieren werkzaam zijn, bijvoorbeeld in loondienst van een zorginstelling (waarbij de CAO van toepassing is), in loondienst van een cliënt, al dan niet via de «regeling dienstverlening aan huis», of als zelfstandige zonder personeel. Aan iedere relatievorm zitten voor- en nadelen, onder meer op het gebied van salaris, sociale zekerheid, pensioen en in de vrijheid om de eigen werktijden in te delen. Bij elke relatievorm behoren dus verschillende arbeidsvoorwaarden. Bij de huishoudelijke hulp in loondienst zijn het de werkgevers en de werknemers die samen het arbeidsvoorwaardenpakket bepalen.
Nee, ik zie onvoldoende aanleiding voor en meerwaarde in een dergelijk onderzoek.