Ingediend | 7 januari 2011 |
---|---|
Beantwoord | 17 januari 2011 (na 10 dagen) |
Indiener | Wim Kortenoeven (PVV) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z00132.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1101.html |
Ja.
Ik heb zowel bij de Iraanse ambassadeur in Den Haag als via de Nederlandse ambassadeur in Teheran nadrukkelijk en bij herhaling uitsluitsel gevraagd omtrent de positie van mevrouw Bahrami. Ik heb met kracht gepleit voor een eerlijke toegankelijke procesgang voor mevrouw Bahrami met juridische bijstand van haar keus. Nederland blijft zich hiervoor inzetten langs diplomatieke weg, ook in EU-verband.
Deze zaak wordt bemoeilijkt door het feit dat Iran de Nederlandse nationaliteit van bipatride gedetineerden niet erkent. Dit wordt door Nederland bij elke mogelijke gelegenheid betwist. Aangaande de suggestie van het Iran Comité dat Nederland de relaties met Iran zou moeten herzien, ligt voor mij de nadruk op het voortzetten van de diplomatieke banden met Iran teneinde onze ernstige zorgen omtrent het Iraanse nucleaire programma, de mensenrechtenschendingen en de situatie van bipatride gedetineerden onvervroren aan de Iraanse autoriteiten te kunnen overbrengen. Er is reeds een uitgebreid economisch sanctiepakket van kracht gericht op het Iraanse leiderschap.
Zie antwoord vraag 3.