Ingediend | 7 januari 2011 |
---|---|
Beantwoord | 31 januari 2011 (na 24 dagen) |
Indieners | Lutz Jacobi (PvdA), Pauline Smeets (PvdA), Frans Timmermans (PvdA) |
Beantwoord door | Joop Atsma (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA) |
Onderwerpen | ruimte en infrastructuur waterkeringen en waterbeheer |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z00116.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1248.html |
Ja, en zelf ben ik ook ter plekke geweest om met eigen ogen de situatie te bekijken. De hoogwaterveiligheid, ook die van de Maas, heeft mijn maximale aandacht.
Ja, het is waar dat de provincie de regering heeft gevraagd om geld.
De brief van de provincie Limburg stuur ik mee met de beantwoording van deze vragen.2
In de Waterwet is vastgelegd dat alle waterkeringen iedere zes jaar moeten worden getoetst. Momenteel loopt de Derde Toetsing. Voor de dijkringen in de provincie Limburg geldt echter dat ze nu voor het eerst worden getoetst, als gevolg van een aanpassing van de voorloper van de Waterwet.
Het toetsproces is omgeven met voorschriften en kwaliteitscriteria. Het landelijk beeld wordt definitief na het oordeel van de Inspectie Verkeer en Waterstaat op alle provinciale oordelen. Deze complete en gevalideerde landelijke rapportage kunt u dit jaar verwachten en stuur ik na afronding door de inspectie naar uw Kamer.
Het Rijk investeert al in de veiligheid van de Maas, zowel in rivierverruiming als met kademaatregelen via de Maaswerken. Dit programma loopt tot 2020 voor wat betreft de prioritaire kademaatregelen. Zoals reeds is gemeld aan de provincie medio 2010, is er nog een aanvullende inspanning nodig om voor alle dijkringen invulling te geven aan de veiligheidsdoelstelling van 1/250. De beoordeling van de benodigde maatregelen loopt mee in de voorbereiding van het volgende hoogwaterbeschermingsprogramma en zal in dat kader ook worden bezien.
In de Waterwet is vastgelegd dat nadat waterkering zijn afgekeurd tijdens een toetsing, maatregelen moeten worden getroffen om de waterkeringen te versterken of te verhogen. Volgens de vigerende wettelijk systematiek komen deze maatregelen komen, onder voorwaarden, in aanmerking voor volledige rijkssubsidiëring.
De Taskforce Hoogwaterbescherming is in december 2010 met een advies gekomen over verbeteringen in de programmering en beheersing van het huidige tweede hoogwaterbeschermingsprogramma. Dit advies heb ik u recent toegezonden (TK, 2010–2011, 27 625, nr. 177 d.d. 17 december 2010).
De taskforce geeft het advies om over te gaan tot cofinanciering waarbij ook de waterschappen een financiële bijdrage moeten leveren. Ook de discussie over doelmatig waterbeheer en het door mij aangekondigde bestuursakkoord spelen een rol bij de financieringsverdeling.
Ja, dat is waar. Naast rivierkundige maatregelen (rivierverruiming, retentiegebieden) maakt de aanleg en verbetering van kaden onderdeel uit van de Maaswerken. In de stedelijke gebieden van Roermond, Venlo en Gennep is ca. 40 km kaden opgehoogd. Hiermee is een budget gemoeid van
€ 95 miljoen. De komende jaren wordt nog een aantal kaden en dijken opgehoogd en verstevigd binnen de scope van de Maaswerken. Deze werken worden uitgevoerd door de waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas. Het gaat hier om een bedrag van € 65 miljoen van de maximaal hiervoor beschikbare € 85 mln.
Daarnaast is het gebied van Ooijen-Wanssum volgens de Provincie kansrijk om de waterveiligheidsdoelstelling te realiseren met gebiedsontwikkeling.
Hiervoor is binnen het project budget Maaswerken € 10 miljoen gereserveerd. De overige 10 miljoen is gereserveerd voor risico’s. Van een andere inzet van programmamiddelen van Maaswerken is geen sprake.