Kamervraag 2010Z20234

Het bericht dat Bureau Jeugdzorg steeds vaker hulpvragen afwijst

Ingediend 31 december 2010
Beantwoord 8 maart 2011 (na 67 dagen)
Indiener Nine Kooiman
Beantwoord door
Onderwerpen jongeren zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z20234.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1696.html
1. de Volkskrant, 31 december 2010.
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Jeugdzorg wijst steeds vaker hulpvraag af»?1 Kunt u de in het bericht genoemde cijfers, dat bijna 40 procent van de aanmeldingen door Bureau Jeugdzorg niet wordt geaccepteerd, bevestigen?

    Het bericht is mij bekend. Het cijfer is afgeleid uit het Brancherapport 2009 van Jeugdzorg Nederland.

  • Vraag 2
    Welke verklaring geeft u voor het feit dat de hulpvraag explosief is gestegen, maar dat het aantal mensen dat daadwerkelijk hulp krijgt niet navenant is meegestegen?

    Het percentage niet-geaccepteerde aanmeldingen is herleidbaar uit het Brancherapportage 2009 van Jeugdzorg Nederland. Daaruit blijkt dat het aantal aanmeldingen van 2006 tot 2009 is gestegen met 37%. Het aantal geaccepteerde meldingen is gestegen met 23%. Hieruit volgt dat over die periode een relatief kleiner deel van de meldingen geaccepteerd wordt.
    Het feit dat een aanmelding niet geaccepteerd wordt kan verschillende oorzaken hebben. Gelet op de hulpvraag volstaat soms het geven van informatie en advies. Bij lichte hulpvragen wordt verwezen naar voorliggende voorzieningen als een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), indien deze lokaal aanwezig zijn. Soms wordt een verzoek tot onderzoek gedaan bij de Raad voor de Kinderbescherming. Al deze gevallen worden in de registratie opgenomen onder de noemer «niet-geaccepteerd». De daling van het percentage geaccepteerde meldingen kan volgens Jeugdzorg Nederland samenhangen met een toename van verwijzingen naar het lokale aanbod van lichte voorzieningen, dat sterk in ontwikkeling is.
    Van het IPO en Jeugdzorg Nederland heb ik in dit verband ook geen signalen ontvangen dat de capaciteit bij de bureaus jeugdzorg te klein zou zijn.

  • Vraag 3
    Kunt u uitsluiten dat het afwijzen van hulpvragen door Bureau Jeugdzorg iets te maken heeft met gebrek aan capaciteit bij Bureau Jeugdzorg?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Wat gebeurt er met de mensen die uiteindelijk niet worden geholpen door Bureau Jeugdzorg? Is bekend of deze mensen altijd geholpen worden door een andere instantie? Zo ja, welke andere instanties zijn dit? Worden ze daar ook daadwerkelijk geholpen?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 5
    Worden de mensen met een door Bureau Jeugdzorg afgewezen hulpvraag gevolgd? Zo nee, bent u bereid te onderzoeken wat er gebeurt met mensen met afgewezen hulpvragen?

    Nee, deze mensen worden niet verder gevolgd. Zoals hierboven is aangegeven betreft het geen mensen waarvan de hulpvraag is afgewezen, maar mensen die op een andere manier zijn geholpen, zijn doorverwezen of die geen hulp nodig hadden. Na de professionele beoordeling door bureau jeugdzorg is verder volgen dan ook niet aan de orde.

  • Vraag 6
    Hoe gaat u ervoor zorgen dat mensen niet meer van het kastje naar de muur worden gestuurd maar weten waar zij met hun hulpvraag moeten zijn?

    Op 1 januari 2011 hadden 270 gemeenten een Centrum voor Jeugd en Gezin, eind dit jaar zullen naar verwachting de meeste gemeenten een CJG hebben. In gemeenten die al een CJG gerealiseerd hebben, is soms nog niet breed bekend dat men bij het CJG terecht kan voor lichte hulpvragen. Om die redenen zullen mensen zich in een aantal gevallen nu nog tot Bureau Jeugdzorg wenden met een dergelijke lichte hulpvraag. Dit geldt ook voor gemeenten waar nog geen CJG aanwezig is.
    Eind 2011 zal in alle gemeenten een CJG gerealiseerd zijn. Het is aan de gemeenten om hun Centrum voor Jeugd en Gezin onder de aandacht van professionals, ouders en jeugdigen te brengen als dè plek waar je terecht kunt met alle vragen over opvoeden en opgroeien.
    Het Rijk en de VNG ondersteunen gemeenten hierbij. Die ondersteuning van gemeenten bij de ontwikkeling van hun CJG richt zich onder andere op de vraag hoe het CJG laagdrempelig in te richten en onder de aandacht van professionals, ouders en jeugdigen te brengen. In veel gemeenten is dit al zichtbaar en weten mensen waar ze met hun hulpvragen naar toe kunnen.

  • Vraag 7
    Hoe komt het dat mensen met lichte hulpvragen niet direct bij het Centrum voor Jeugd en Gezin terecht komen? Hoe gaat u ervoor zorgen dat mensen met lichte hulpvragen niet bij Bureau Jeugdzorg terecht komen maar bij het Centrum voor Jeugd en Gezin?

    Zie antwoord vraag 6.

  • Vraag 8
    Hoe gaat u voorkomen dat een kind of gezin met een hulpvraag tussen de wal en het schip valt en er voor zorgen dat iedereen die hulp nodig heeft weet waar hij moet zijn en daadwerkelijk kan worden geholpen?

    Zie antwoord vraag 6.

  • Mededeling - 17 februari 2011

    De vragen van het Kamerlid Kooiman (SP) over het bericht dat bureau jeugdzorg steeds vaker hulpvragen afwijst kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat over de interpretatie van de cijfers nader overleg nodig is met Jeugdzorg Nederland en het IPO. Ik zal u de antwoorden in de maand februari doen toekomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2010Z20234
Volledige titel: Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport over het bericht dat Bureau Jeugdzorg steeds vaker hulpvragen afwijst (ingezonden 31 december 2010).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-1696
Volledige titel: Vragen van het lid Kooiman (SP) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport over het bericht dat Bureau Jeugdzorg steeds vaker hulpvragen afwijst (ingezonden 31 december 2010).