Ingediend | 31 december 2010 |
---|---|
Beantwoord | 8 maart 2011 (na 67 dagen) |
Indiener | Nine Kooiman |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | jongeren zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z20234.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1696.html |
Het bericht is mij bekend. Het cijfer is afgeleid uit het Brancherapport 2009 van Jeugdzorg Nederland.
Het percentage niet-geaccepteerde aanmeldingen is herleidbaar uit het Brancherapportage 2009 van Jeugdzorg Nederland. Daaruit blijkt dat het aantal aanmeldingen van 2006 tot 2009 is gestegen met 37%. Het aantal geaccepteerde meldingen is gestegen met 23%. Hieruit volgt dat over die periode een relatief kleiner deel van de meldingen geaccepteerd wordt.
Het feit dat een aanmelding niet geaccepteerd wordt kan verschillende oorzaken hebben. Gelet op de hulpvraag volstaat soms het geven van informatie en advies. Bij lichte hulpvragen wordt verwezen naar voorliggende voorzieningen als een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), indien deze lokaal aanwezig zijn. Soms wordt een verzoek tot onderzoek gedaan bij de Raad voor de Kinderbescherming. Al deze gevallen worden in de registratie opgenomen onder de noemer «niet-geaccepteerd». De daling van het percentage geaccepteerde meldingen kan volgens Jeugdzorg Nederland samenhangen met een toename van verwijzingen naar het lokale aanbod van lichte voorzieningen, dat sterk in ontwikkeling is.
Van het IPO en Jeugdzorg Nederland heb ik in dit verband ook geen signalen ontvangen dat de capaciteit bij de bureaus jeugdzorg te klein zou zijn.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Nee, deze mensen worden niet verder gevolgd. Zoals hierboven is aangegeven betreft het geen mensen waarvan de hulpvraag is afgewezen, maar mensen die op een andere manier zijn geholpen, zijn doorverwezen of die geen hulp nodig hadden. Na de professionele beoordeling door bureau jeugdzorg is verder volgen dan ook niet aan de orde.
Op 1 januari 2011 hadden 270 gemeenten een Centrum voor Jeugd en Gezin, eind dit jaar zullen naar verwachting de meeste gemeenten een CJG hebben. In gemeenten die al een CJG gerealiseerd hebben, is soms nog niet breed bekend dat men bij het CJG terecht kan voor lichte hulpvragen. Om die redenen zullen mensen zich in een aantal gevallen nu nog tot Bureau Jeugdzorg wenden met een dergelijke lichte hulpvraag. Dit geldt ook voor gemeenten waar nog geen CJG aanwezig is.
Eind 2011 zal in alle gemeenten een CJG gerealiseerd zijn. Het is aan de gemeenten om hun Centrum voor Jeugd en Gezin onder de aandacht van professionals, ouders en jeugdigen te brengen als dè plek waar je terecht kunt met alle vragen over opvoeden en opgroeien.
Het Rijk en de VNG ondersteunen gemeenten hierbij. Die ondersteuning van gemeenten bij de ontwikkeling van hun CJG richt zich onder andere op de vraag hoe het CJG laagdrempelig in te richten en onder de aandacht van professionals, ouders en jeugdigen te brengen. In veel gemeenten is dit al zichtbaar en weten mensen waar ze met hun hulpvragen naar toe kunnen.
Zie antwoord vraag 6.
Zie antwoord vraag 6.
De vragen van het Kamerlid Kooiman (SP) over het bericht dat bureau jeugdzorg steeds vaker hulpvragen afwijst kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat over de interpretatie van de cijfers nader overleg nodig is met Jeugdzorg Nederland en het IPO. Ik zal u de antwoorden in de maand februari doen toekomen.