Ingediend | 24 december 2010 |
---|---|
Beantwoord | 18 januari 2011 (na 25 dagen) |
Indiener | Paul Ulenbelt |
Beantwoord door | Paul de Krom (staatssecretaris sociale zaken en werkgelegenheid) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z20162.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1108.html |
De door u aangehaalde berichtgeving is mij bekend.
Deze vragen kan ik niet beantwoorden. Allereerst geldt dat het Rijk stuurt op hoofdlijnen. Het Rijk stelt gelden beschikbaar, zoals voor de Wsw, ten behoeve van uitvoering van een beleidsdoel zoals dit ook wordt opgenomen en toegelicht in de SZW-begroting.
Hoe het beleidsdoel wordt uitgevoerd en met welke keuzen, is expliciet aan de uitvoering gelaten, in casu gemeenten in relatie tot hun Gemeenschappelijke regeling en/of het sw-bedrijf. Daarnaast geldt, zoals voor elk bedrijf, dat de te maken keuzes voor uitvoering van het beleidsdoel, in samenhang met de bedrijfseconomische aspecten, is voorbehouden aan de sw-bedrijven zelf in samenspraak met de gemeente(n). Zeker daar waar het gaat om het eigen personeelsbestand van een bedrijf, is het niet aan het ministerie zich daarin te mengen of daarover uitspraken over te doen. Zoals ik tijdens de begrotingsbehandeling van SZW ook heb gemotiveerd en uiteengezet, ben ik van mening dat een efficiëncykorting op het Wsw-budget voor 2011 noodzakelijk is en het mogelijk moet zijn voor de uitvoering dit te realiseren. De Wsw is in vergelijking met het buitenland erg ruim en kostbaar. Er moet, gelet op deze cijfers, dus ruimte zijn voor minder subsidie. Bovendien zitten er in de Wsw mensen die veel meer kunnen dan waarvoor ze worden ingezet. Daarnaast vindt uitstroom naar regulier werk nog steeds nauwelijks plaats, landelijk 5%, terwijl uit de Wsw statistiek kan worden afgeleid dat ongeveer de helft zou kunnen werken bij een reguliere werkgever. Tenslotte kan uit de statistiek worden opgemaakt dat het aandeel werknemers van voor 1998, die vaak relatief veel betaald krijgen, jaarlijks afneemt door (pre)pensioen van deze werknemers. Ook dat rechtvaardigt dus gemiddeld lagere kosten. Met de aanpassing van het budget is, na de begrotingsbehandeling, door de Kamer ook ingestemd.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Nee. Zoals bovenstaand verwoord en ook bij de begrotingsbehandeling aangegeven, ondersteunt de prikkel tot meer efficiency juist de beweging «naar buiten».
Uit het SEO rapport 2008 over de sw-sector blijkt dat het aandeel Wsw-werknemers dat gedetacheerd is, dan wel begeleid werkt bij werkgevers, in positieve zin bijdraagt aan het bedrijfsresultaat. Dit komt onder andere doordat de kosten voor Wsw-werknemers die beschut werken hoger zijn dan voor de Wsw-werknemers die gedetacheerd worden dan wel begeleid werken. Inzet op deze vormen van Wsw-arbeid is dus niet alleen goed voor de Wsw-werknemers maar ook voor de sw-sector. De sw-sector is tevens al enige tijd bezig met de omslag van productie- naar arbeidsontwikkelbedrijven, o.a. ondersteund door pilots op dit vlak.
Zie antwoord vraag 2.