Ingediend | 20 december 2010 |
---|---|
Beantwoord | 17 februari 2011 (na 59 dagen) |
Indiener | Willie Dille (PVV) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | jongeren zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z19970.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1467.html |
Ja.
Alle cijfers die opgenomen zijn in het artikel «25 baby’s dood door schudden» waaronder het getal »25 baby’s dood door schudden» en de «achthonderd meldingen van kindermishandeling in de regio Vlaardingen», zijn niet correct. De achthonderd meldingen betreffen meldingen van huiselijk geweld die bij het Steunpunt Huiselijk Geweld Nieuwe Waterweg Noord in 2009 zijn binnengekomen. De verantwoordelijke wethouder heeft per ongeluk verkeerde cijfers vermeld, waarna het artikel is gerectificeerd.
Landelijke cijfers over mishandeling van baby’s/zuigelingen over het jaar 2009 zijn niet beschikbaar. Het Advies- en meldpunt Kindermishandeling houdt wel het aantal meldingen van kindermishandeling bij. In 2009 zijn over ongeveer 2300 0-jarige kinderen meldingen van een vermoeden van kindermishandeling binnengekomen.
Uit CBS-registratie blijkt dat 3 à 4 0-jarigen per jaar in Nederland overlijden aan babymishandeling als gevolg van hersenletsel.
Op de Spoedeisende Hulp in de Nederlandse ziekenhuizen worden jaarlijks 25 à 30 kinderen geregistreerd die hersenletsel hebben opgelopen als gevolg van schudden. Verder lopen naar schatting 30 kinderen vergelijkbaar hersenletsel op waarbij geen direct verband met schudden is aangetoond.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Cijfers van het aantal aangiften en vervolgingen van zaken van SBS zijn niet beschikbaar, aangezien de politie en het Openbaar Ministerie (OM) niet specifiek registreren op SBS. De politie en het OM streven wel een eenduidige registratie van kindermishandelingszaken na, zoals opgenomen in de Aanwijzing opsporing en vervolging inzake kindermishandeling van het OM van augustus 2009.
Recent is het onderzoek «De inzet van strafrecht bij kindermishandeling» verschenen dat de minister van Veiligheid en Justitie op 27 januari jl aan uw Kamer heeft aangeboden. Dit onderzoek laat zien dat jaarlijks ruim 800 aangiften van kindermishandeling worden opgemaakt door de politie. Uit dit onderzoek blijkt dat een derde van het aantal aangiften leidt tot een rechterlijk vonnis.
Zie antwoord vraag 6.
Kindermishandeling, en daarbij ook SBS, is een belangrijk aandachtspunt voor de JGZ. Jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen worden in hun opleiding getraind in het voorkomen van SBS en signaleren van en handelen bij kindermishandeling. Afhankelijk van de inschatting van de risico’s besteden zij hier meer aandacht aan tijdens de contacten met ouders. Extreem huilen blijkt de meest voorkomende aanleiding van schudden. De JGZ ondersteunt ouders wanneer hun kindje veel huilt. Zij gaan hierbij uit van de benadering regelmaat en voorspelbaarheid voor het kindje. Ik zal het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid vragen de preventie van SBS via de nieuwsbrief onder de aandacht van de JGZ-professionals te brengen
Of het bij ernstig hersenletsel gaat om «het topje van de ijsberg» is moeilijk vast te stellen. Gezien het belang van het tegengaan van SBS en breder van kindermishandeling moeten we altijd zoeken naar verdere verbetering. Dat geldt ook voor scholing. Zowel het herkennen van hersenletsel als gevolg van SBS als het vaststellen van de dood en de doodsoorzaak behoort tot de basiscompetenties van iedere arts en is onderdeel van de opleidingen. Met name kinder- en jeugdartsen en Eerste Hulpartsen worden tijdens hun opleiding extra geschoold in het herkennen van kindermishandeling.
Daarnaast gebeurt er veel aan bij- en nascholing van artsen bijvoorbeeld door e-learningmodules van de Augeo foundation. Als er sprake is van twijfel kunnen gespecialiseerde artsen worden ingeschakeld.
Op 1 januari 2010 is artikel 10a lid 1 van de Wet op de lijkbezorging in werking getreden. Dit houdt in dat bij het overlijden van iedere minderjarige de behandelend arts vóór het afgeven van de verklaring van overlijden contact op moet nemen met de gemeentelijk lijkschouwer. Onder het regime van de oude wet moest de behandelend arts slechts contact opnemen met de lijkschouwer als hij twijfelde aan een natuurlijke dood. In de huidige situatie moet de behandelend arts dus steeds eerst met de lijkschouwer overleggen voor hij een verklaring van overlijden mag afgeven. De behandelend arts moet de lijkschouwer informeren over zijn mening ten aanzien van de doodsoorzaak van de overleden minderjarige. Daarbij moet de gemeentelijk lijkschouwer nagaan of de overtuiging van de behandelend arts in deze overeind kan blijven.
Zie antwoord vraag 9.
Voor voorlichting aan ouders heeft TNO met financiële middelen van ZonMw een voorlichtingsfilm gemaakt over de gevaren van SBS. Deze film is speciaal bedoeld voor kraamhulpen en andere beroepsgroepen die deze film aan jonge ouders kunnen laten zien Deze film wordt dit jaar onder andere onder verloskundigen en kraamhulpen verspreid.
De JGZ ondersteunt ouders die een kind hebben dat extreem huilt.
Er is een multidisciplinaire richtlijn Aanpak van excessief huilen in de maak, die naar verwachting eind april wordt opgeleverd. Deze richtlijn is bedoeld voor alle betrokken beroepsgroepen.
Naast het voorkomen van SBS is het herkennen van signalen van SBS en vervolgens melden van mishandeling van belang. Door vroegtijdig signaleren en melden van mishandeling door betrokken professionals kunnen ernstige gevolgen beperkt worden. In mijn brief over melden en signaleren van kindermishandeling en huiselijk geweld ga ik hier nader op in.
De vragen van het Kamerlid Dille (PVV) over de artikelen «25 baby's dood door schudden» en «Gewelddadig schudden na onbedaarlijk huilen» (Ingezonden 20 december 2010) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat het voor het beantwoorden van de vragen nodig is meer informatie in te winnen. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.