Ingediend | 16 december 2010 |
---|---|
Beantwoord | 11 januari 2011 (na 26 dagen) |
Indieners | Tanja Jadnanansing (PvdA), Tjeerd van Dekken (PvdA) |
Beantwoord door | Halbe Zijlstra (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | hoger onderwijs onderwijs en wetenschap |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z19732.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1024.html |
Ja.
Ik ben van mening dat deze maatregel leidt tot een meer ambitieuze studiecultuur, vooral in de bachelorfase. Er is nu teveel sprake van een klimaat van vrijblijvendheid. Het rendement in Nederland is relatief laag door de lange gemiddelde studieduur. Het langer doorstuderen kost geld, en vergt energie van de docenten. En zoals in het artikel ook wordt aangegeven, loopt de maatschappij belastinginkomsten mis doordat de student pas op een later moment beschikbaar is voor de arbeidsmarkt.
Nee, die opvatting deel ik niet. Zie hiervoor mijn antwoord op vraag 2.
Ik acht het van groot belang studenten, ouders en instellingen tijdig te informeren over de aanstaande wetswijziging. Ik zal hiermee dan ook zo spoedig mogelijk starten.
Ja. Ik heb het voornemen om rekening te houden met de groep studenten met een functiebeperking, zoals een ernstige ziekte of een handicap, die recht hebben op een extra jaar prestatiebeurs. Deze groep studenten zou dan naast de uitloopjaren in de bachelor- en in de masterfase een extra uitloopjaar krijgen.
Dit uitloopjaar kunnen ze, waar nodig, gebruiken in respectievelijk de bachelor- als de masterfase. Zij hebben in dat geval dus een uitloop van maximaal drie jaar.
Ja. Zie mijn antwoord op vraag 4.