Kamervraag 2010Z19267

Afrekenbare en controleerbare kabinetsdoelen met betrekking tot beloningen voor leraren

Ingediend 13 december 2010
Beantwoord 28 januari 2011 (na 46 dagen)
Indieners Emile Roemer , Alexander Pechtold (D66), Marianne Thieme (PvdD), Job Cohen (PvdA), Kees van der Staaij (SGP), Femke Halsema (GL), André Rouvoet (CU)
Beantwoord door Halbe Zijlstra (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD)
Onderwerpen onderwijs en wetenschap organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z19267.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1229.html
1. Regeerakkoord, pagina 31.
  • Vraag 1
    Klopt het dat het kabinet goede prestaties van docenten sterker wil belonen door opbrengstgerichte prestatiebeloningen voor leraren te introduceren?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Kan het kabinet aangeven op welke leraren, in welke sectoren van het onderwijs dit voornemen betrekking heeft?

    Op leraren in de sectoren po, vo en mbo.

  • Vraag 3
    Hoe definieert het kabinet goede prestaties van leraren? Wat is hierin de rol van individu, team en school?

    Om gericht in te zetten op wat het beste werkt in de Nederlandse situatie worden de komende tijd in samenwerking met het CPB en de Erasmus Universiteit experimenten opgezet en gemonitord. Het gaat om experimenten met uiteenlopende vormen van prestatiebeloning op basis van uiteenlopende, meetbare criteria. De resultaten van deze experimenten leveren de evidence base voor de structurele vormgeving van de maatregel.

  • Vraag 4
    Welke criteria gebruikt het kabinet om deze prestaties te meten?

    Bij de experimenten is aandacht voor verschillende criteria zoals toegevoegde waarde of leerwinst, maar ook de rol van de schoolleider, leerlingoordelen, etc.

  • Vraag 5
    Hoe gaat het kabinet de prestaties van leraren meten?

    Zie het antwoord op vraag 3.

  • Vraag 6
    Wat is het uitgangspunt per 1 januari 2011 uitgedrukt in deze meetbare indicatoren?

    Het uitgangspunt bij de uitwerking van de verschillende experimenten is dat zij voldoende objectiveerbare informatie leveren voor de uiteindelijke vormgeving van de maatregel.

  • Vraag 7
    Hoeveel meer gaat een goede leraar uitgedrukt in procenten bij het kabinet verdienen ten opzichte van gemiddelde leraren?

    Ook de hoogte van de beloning behoort tot de variabelen van de experimenten.

  • Vraag 8
    Kan het kabinet aangeven hoeveel leraren naar verwachting aanspraak maken op een prestatiebeloning?

    Nee. Dat is afhankelijk van de uiteindelijke vormgeving van de maatregel (bijvoorbeeld een beloning op basis van absolute of relatieve groei).

  • Vraag 9
    Hoeveel van deze leraren wil het kabinet per wanneer met de prestatiebeloning bereiken?

    Het doel van de maatregel is niet het belonen van een vastgesteld percentage leraren in een bepaald jaar, maar het realiseren van een kwaliteitsverbetering.

  • Vraag 10
    Wat zijn de tussendoelen voor deze doelstelling op 31 december in 2011, 2012, 2013, 2014 en 2015?

    De voorbereidingen voor de experimenten vinden plaats in 2011, vanaf 2012 starten de experimenten. Tot en met 2014 is er gelegenheid om de experimenten te verbreden en te monitoren. Conform de in het regeerakkoord geschetste oploop van het budget kan de maatregel vanaf 2014–2015 structureel worden ingevoerd.

  • Vraag 11
    Wat gaat het kabinet doen om deze doelstelling te bereiken?

    Zie het antwoord op vraag 3.

  • Vraag 12
    Wanneer gaat het kabinet dit doen?

    Zie het antwoord op vraag 10.

  • Vraag 13
    Welke instrumenten en middelen zijn er beschikbaar om deze doelen te bereiken?

    In het regeerakkoord is besloten hiervoor op de aanvullende post het volgende bedrag te reserveren: € 10 mln. in 2012, € 20 mln. in 2013, € 40 mln. in 2014, € 200 mln. in 2015 en € 250 mln. structureel. Zie voor de instrumenten het antwoord op vraag 3 en 4.

  • Vraag 14
    Op welke manier en wanneer gaat het kabinet jaarlijks verantwoording afleggen?

    Via het reguliere verantwoordingsproces, in het departementaal jaarverslag dat op Verantwoordingsdag aan de Tweede Kamer wordt aangeboden door de minister van Financiën.

  • Mededeling - 13 januari 2011

    Op 13 december 2010 hebben de leden Pechtold (D66), Cohen (PvdA), Roemer (SP), Halsema (Groenlinks), Rouvoet (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP) en Thieme (PvdD) aan mij schriftelijke vragen gesteld over afrekenbare en controleerbare kabinetsdoelen met betrekking tot beloningen voor leraren. Hierbij wil ik u laten weten dat ik deze vragen niet binnen de gestelde termijn kan beantwoorden vanwege onderzoek en omdat ik nog niet in het bezit ben van alle informatie. De beantwoording van deze vragen vraagt meer tijd. Zodra de desbetreffende informatie beschikbaar is, zal ik uw Kamer zo spoedig mogelijk berichten.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2010Z19267
Volledige titel: Vragen van de leden Pechtold (D66), Cohen (PvdA), Roemer (SP), Halsema (Groenlinks), Rouvoet (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP) en Thieme (PvdD) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over afrekenbare en controleerbare kabinetsdoelen met betrekking tot beloningen voor leraren (ingezonden 13 december 2010).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-1229
Volledige titel: Vragen van de leden Pechtold (D66), Cohen (PvdA), Roemer (SP), Halsema (Groenlinks), Rouvoet (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP) en Thieme (PvdD) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over afrekenbare en controleerbare kabinetsdoelen met betrekking tot beloningen voor leraren (ingezonden 13 december 2010).