Ingediend | 13 december 2010 |
---|---|
Beantwoord | 20 januari 2011 (na 38 dagen) |
Indieners | Job Cohen (PvdA), André Rouvoet (CU), Emile Roemer , Marianne Thieme (PvdD), Kees van der Staaij (SGP), Femke Halsema (GL), Alexander Pechtold (D66) |
Beantwoord door | Halbe Zijlstra (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | hoger onderwijs onderwijs en wetenschap |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z19265.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1131.html |
Ja.
In het regeerakkoord zijn besparingen opgenomen door de invoering van een sociaal leenstelsel in de masterfase en door de maatregel «langstudeerders». Deze besparingen zullen voor een belangrijk deel worden ingezet voor versterking van het primaire onderwijsproces in het hoger onderwijs. Het bedrag dat het kabinet investeert in de onderwijsintensiteit bedraagt € 50 mln in 2012, oplopend tot € 230 mln. in 2015, en tot € 300 mln. structureel.2
Begin februari ontvangt u de kabinetsreactie op het rapport van de commissie «Toekomstbestendig Hoger Onderwijs Stelsel» (commissie-Veerman). In deze kabinetsreactie komt de vraag aan de orde «hoe» dit rapport zal worden uitgevoerd. In het regeerakkoord is immers reeds aangegeven dat het kabinet dit rapport zal uitvoeren. In de Strategische Agenda voor het Hoger Onderwijs en Onderzoek die u in juni van dit jaar zult ontvangen, wordt het beleid nader uitgewerkt. Daarbij speelt ook de evaluatie van de huidige meerjarenafspraken «studiesucces en kwaliteit» een rol. Deze meerjarenafspraken worden momenteel geëvalueerd door de inspectie. Recent is de tussenevaluatie van het onderzoek verschenen. In de kabinetsreactie op commissie Veerman en in de Strategische Agenda zal verder in worden gegaan op de criteria om de kwaliteit van het hoger onderwijs te meten.
Ik verwijs u voor het antwoord op deze vraag naar de kabinetsreactie op het rapport van de commissie-Veerman die u in februari a.s. ontvangt en naar de Strategische Agenda voor het Hoger Onderwijs en Onderzoek (juni 2011).
Zie antwoord vraag 4.
Invoering van het sociaal leenstelsel in de masterfase is voorzien vanaf het collegejaar 2012/2013. Voor het overige verwijs ik u naar de kabinetsreactie op het rapport van de commissie-Veerman (februari a.s.) en naar de Strategische Agenda voor het Hoger Onderwijs en Onderzoek (juni 2011).
Ik verwijs u voor het antwoord op deze vraag naar de kabinetsreactie op het rapport van de commissie-Veerman die u in februari a.s. ontvangt en naar de Strategische Agenda voor het Hoger Onderwijs en Onderzoek (juni 2011).
Zie antwoord vraag 7.
Zie antwoord vraag 7.
Zie antwoord vraag 7.
Zie antwoord op vraag 2
Dit gebeurt via het reguliere verantwoordingsproces, in het departementaal jaarverslag dat op Verantwoordingsdag aan de Tweede Kamer wordt aangeboden door de minister van Financiën.
Op 13 december 2010 hebben de leden Pechtold (D66), Cohen (PvdA), Roemer (SP), Halsema (Groenlinks), Rouvoet (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP) en Thieme (PvdD) aan mij schriftelijke vragen gesteld over afrekenbare en controleerbare kabinetsdoelen met betrekking tot het sociaal leenstelsel. Hierbij wil ik u laten weten dat ik deze vragen niet binnen de gestelde termijn kan beantwoorden vanwege onderzoek en omdat ik nog niet in het bezit ben van alle informatie. De beantwoording van deze vragen vraagt meer tijd. Zodra de desbetreffende informatie beschikbaar is, zal ik uw Kamer zo spoedig mogelijk berichten.