Ingediend | 10 december 2010 |
---|---|
Beantwoord | 1 april 2011 (na 112 dagen) |
Indiener | Kees Verhoeven (D66) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | organisatie en beleid ruimte en infrastructuur |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z19118.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1939.html |
De ombuigingen die in het Regeerakkoord zijn opgenomen, betreffen onder andere Recreatie om de Stad (RodS). Zoals in het Regeerakkoord vermeld staat en eerder per brief (32500 XIII, nr. 66) aan de Kamer is gecommuniceerd, zijn er geen Rijksmiddelen voor RodS meer beschikbaar. Ten aanzien van de uitfinanciering van lopende verplichtingen ben ik in overleg met de provincies en ik verwacht met hen hierover tot overeenstemming te komen. Het beëindigen van de rijksinspanning voor realisatie van de RodS-gebieden wordt nader uitgewerkt in het te sluiten bestuursakkoord Rijk-Provincies. Indien de provincies dit aandragen, zal recreatie ook aan de orde komen in het bestuurlijk overleg over de herijking van de EHS.
Verder zal ik, indien door de provincies gewenst, de Taskforce Multifunctionele Landbouw meegeven te bekijken hoe deze specifieke gebieden beter voor recreatie kunnen worden ontsloten. Deze Taskforce kan overheden en ondernemers faciliteren bij de realisatie van gemeenschappelijke doelen, zoals recreatieve voorzieningen, in het landelijk gebied.
Sinds de invoering van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) in 2007 stuurt het Rijk niet meer op individuele projecten. De gegevens die u van mij vraagt zijn allen op projectniveau en heb ik dan ook niet beschikbaar. Voor informatie over de individuele projecten kunt u zich wenden tot de betreffende provincies.
Zie antwoord vraag 2.
Conform het regeerakkoord zijn met de Nota van Wijzigingen de budgetten voor het verwerving, inrichting en beheer van RodS van de Rijksbegroting geschrapt. Voor 2011 betreft dit een bedrag van € 40 mln. Ten aanzien van de uitfinanciering van lopende verplichtingen met betrekking tot verwerving en inrichting ben ik in overleg met de provincies.
In het kader van de actualisatie en decentralisatie van het ruimtelijk beleid zal worden beoordeeld over welke rijksdoelen in het beleidsartikel 2 van de rijksbegroting wordt gerapporteerd.
Aan de rapportage ligt de informatie van het Planbureau voor de Leefomgeving ten grondslag ten aanzien van de ruimtelijk relevante ontwikkelingen, zoals de recreatievoorzieningen om de steden. Deze informatie zal de Kamer worden toegestuurd.