Ingediend | 10 december 2010 |
---|---|
Beantwoord | 7 februari 2011 (na 59 dagen) |
Indiener | Jeroen Recourt (PvdA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z19067.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1328.html |
Ja.
Ik onderschrijf het belang van de aanpak van Cold Cases, vanwege de impact op de nabestaanden en de onrust in de samenleving. Ik vind dat deze «oude» ernstige delicten steeds betrokken moeten worden bij de prioriteitstelling van het Openbaar Ministerie en de politie. Daarom is het van belang dat regelmatig bezien wordt of er nieuwe opsporingsindicaties zijn in deze zaken, zodat verantwoord prioriteiten gesteld kunnen worden tegen de achtergrond van de beperkte opsporingscapaciteit.
Ook ben ik voornemens om de vervolgingsverjaring voor misdrijven waarop een maximum gevangenisstraf van twaalf jaren of meer is gesteld en ernstige zedenmisdrijven gepleegd tegen kinderen af te schaffen. Een daartoe strekkend wetsvoorstel heb ik deze week ter consultatie aan de adviesorganen aangeboden.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord op vraag 3 van het lid Van Raak (vraagnummer 2010Z18596, ingezonden 6 december 2010).
Er bestaat geen landelijk overzicht van het aantal zaken dat is opgelost of rijp is voor extra onderzoek. Uit informatie van de korpsen blijkt echter wel dat het loont om Cold Cases periodiek tegen het licht te houden en te bezien of er met de nieuwe mogelijkheden op gebied van techniek en regelgeving nieuwe opsporingsindicaties te vinden zijn. In 2009 is een landelijke Cold Case expertgroep opgericht met vertegenwoordigers van het Openbaar Ministerie en politie, waarin veel informatie en expertise wordt uitgewisseld.
Zie ook het antwoord op vraag 2 van het lid Van Raak.
Zie antwoord vraag 6.
Animalcops doen onderzoek naar strafbare feiten die op dieren gericht zijn. Andere zaken die zich tijdens deze onderzoeken openbaren worden meegenomen. Animalcops zullen echter niet structureel ingezet worden voor onderzoek naar onopgeloste moorden.
Zie antwoord vraag 8.
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Recourt (PvdA) over moordenaars die vrij uit gaan door geldgebrek, ingezonden op 10 december 2010, met als kenmerk 2010Z19067, deel ik u mee dat het niet mogelijk is om deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat nog niet alle gegevens zijn verkregen. De beantwoording zal plaatsvinden zodra dit het geval is.