Ingediend | 6 december 2010 |
---|---|
Beantwoord | 7 februari 2011 (na 63 dagen) |
Indiener | Ronald van Raak |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z18596.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1327.html |
Ik deel de ongerustheid over het niet oplossen van ernstige delicten. Deze hebben een grote impact op de samenleving en slachtoffers of hun nabestaanden. Gezien de ernstige aard en impact van deze Cold Cases ben ik van oordeel dat zij steeds volop betrokken moeten worden in de afweging welke zaken in onderzoek genomen worden door politie en Openbaar Ministerie. Daarom is het van belang dat regelmatig wordt bezien of er nieuwe opsporingsindicaties zijn in deze zaken. Om de opsporing verder mogelijk te maken wordt thans overigens gewerkt aan «herziening ten nadele met terugwerkende kracht» en wordt bijvoorbeeld DNA verzameld van veroordeelden.
Veel politieregio’s hebben zicht op het aantal onopgeloste ernstige misdrijven in de betreffende regio. Er is echter geen landelijk overzicht van oude moordzaken die nooit zijn opgelost. Het aantal zal overigens toenemen als herziening ten nadele van de verdachte met terugwerkende kracht mogelijk wordt en de verjaringstermijnen voor doodslag en andere geweld- en zedendelicten worden aangepast. Overigens moet de term «moordzaken die op de plank liggen» goed worden verstaan. Politie en Openbaar Ministerie hebben in deze zaken met grote betrokkenheid en inzet langdurig onderzoek gedaan. Deze heeft echter helaas (nog) niet geleid tot aanhouding en veroordeling van een of meer verdachten. In 2009 is een landelijke Cold Case expertgroep opgericht met vertegenwoordigers van het Openbaar Ministerie en politie, waarin veel informatie en expertise wordt uitgewisseld.
Momenteel kennen de regio’s Rotterdam-Rijnmond, Amsterdam-Amstelland, Noord- en Oost Gelderland en Utrecht een eigen Cold Case-team. De noordelijke politieregio’s Groningen, Friesland en Drenthe hebben gezamenlijk een team. In andere regio’s zijn Cold Case teams ondergebracht in een Team grootschalige Opsporing of zijn er rechercheurs speciaal belast met behandeling en coördinatie van Cold Case zaken.
Zie antwoord vraag 1.
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid van Raak (SP) over moordenaars die vrij uit gaan door geldgebrek, ingezonden op 6 december 2010, deel ik u mee dat het niet mogelijk is om deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat nog niet alle gegevens zijn verkregen. De beantwoording zal plaatsvinden zodra dit het geval is.