Ingediend | 23 november 2010 |
---|---|
Beantwoord | 17 februari 2011 (na 86 dagen) |
Indiener | Agnes Wolbert (PvdA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z17444.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1464.html |
Ja. Overigens onderschrijf ik de kwalificatie «trucs» niet, zie hiervoor vraag 7.
In het bericht wordt de alfacheque besproken, die in de gemeente Tilburg is ingevoerd en in Breda zal worden ingevoerd. De gemeente kan de burger bij het aanbieden van een pgb of een financiële tegemoetkoming administratieve ondersteuning bieden. De SVB vervult zo’n rol reeds bij het PGB. Bij de alfacheque wordt de bij het werkgeverschap behorende administratie uitgevoerd door een uitvoerende organisatie. Het werkgeverschap zelf komt echter niet bij deze uitvoerende organisatie te liggen, maar bij de burger. In de gemeente Breda ligt de kassafunctie en de verantwoordelijkheid om voor vervanging zorg te dragen bij ziekte bijvoorbeeld nadrukkelijk bij de burger. De uitvoeringsorganisatie bemiddelt voornamelijk tussen vraag en aanbod.
Navraag bij de gemeente Breda leert dat de betrokken uitvoeringsorganisatie feitelijk onderdeel uitmaakt van de gemeente.
De wetswijziging van de Wmo per 1 januari 2010 had tot doel om te voorkomen dat burgers ongewild en onwetend werkgever werden. De gemeente Breda legt bij alle nieuwe verzoeken tot huishoudelijke hulp huisbezoek af door klantmanagers op HBO-niveau, zo geeft de gemeente aan. Daarbij wordt zowel mondeling als schriftelijk informatie gegeven over de mogelijkheden die er zijn om huishoudelijke hulp te krijgen. Als een burger voor een alfahulp kiest, wordt daarna verwezen naar een speciale website (www.alfachequebreda.nl) met nog meer informatie over deze optie. Daarnaast heeft de wetswijziging er ook voor gezorgd dat medewerkers in de thuiszorg niet min of meer gedwongen werden om als alfahulp te gaan werken. Ik vind deze maatregel nog steeds een goede zaak.
Huishoudelijke verzorging kan op basis van verschillende rechtsposities worden verricht. Aan elke wijze zitten voor- en nadelen, onder meer op het gebied van salaris, sociale zekerheid en pensioen en in de vrijheid om de eigen werktijden in te delen.
De burger bepaalt op welke wijze deze de huishoudelijke hulp wil ontvangen: in natura, in de vorm van een pgb via een overeenkomst van opdracht of als volledig werkgever, of in de vorm van een financiële tegemoetkoming en gebruikmakend van de regeling dienstverlening aan huis. Deze keuze zal leidend zijn voor de omvang van door alfahulpen geleverde huishoudelijke hulp. Huishoudelijke hulp door alfahulpen vormt momenteel slechts een relatief klein deel van het totale volume aan huishoudelijke hulp.
Zie antwoord vraag 4.
Gemeenten zijn binnen de kaders van de wet verantwoordelijk voor de maatschappelijke ondersteuning van hun burgers. Bij de keuzes die gemeenten daarbij maken kunnen zij ook verwachte effecten op de (lokale) arbeidsmarkt laten meewegen. De gemeente Breda heeft zich bij haar beleid ten aanzien van de alfacheque zo geeft ze aan, ook laten leiden door de wens om een zo groot mogelijk aanbod van huishoudelijke hulp te kunnen blijven genereren.
Ik kan de kwalificatie «trucs» niet onderschrijven. Gemeenten moeten zich houden aan de kaders die de Wmo ten aanzien van de maatschappelijke ondersteuning stelt. Met de wetswijziging van de Wmo per 1 januari 2010 is onder andere de «informed consent» in de wet opgenomen. Ik vind het belangrijk dat gemeenten deze «informed consent» zorgvuldig invullen en burgers keuzevrijheid bieden. Ik heb thans geen signalen dat de gemeenten die de alfacheque willen invoeren, zich hier onvoldoende rekenschap van geven.