Ingediend | 12 november 2010 |
---|---|
Beantwoord | 14 december 2010 (na 32 dagen) |
Indiener | Ger Koopmans (CDA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | landbouw organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z16630.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-797.html |
Ja.
Uit de studie blijkt dat een onderdeel «methaanemissies door pensfermentatie van melkkoeien» van de gebruikte modellering maar een beperkte voorspellende waarde heeft. De betreffende studie doet geen uitspraak over de gebruikte (deel-)modellen voor andere bronnen (bijv. mestopslag), andere veehouderijsectoren en andere broeikasgasemissies (lachgas en kooldioxide).
Er is inmiddels een beter model beschikbaar dat niet behoort tot de in bovengenoemde studie onderzochte bedrijfsmodellen. Dit model vormt een goede basis voor het – op landelijk niveau – in kaart brengen van de uitstoot van methaan door melkkoeien via pensfermentatie, inclusief de verandering daarin als gevolg van voermaatregelen.
Ik deel de mening dat de emissie van methaan, dat ontstaat bij het proces van pensfermentatie, op bedrijfsniveau voor ondernemers nog moeilijk te sturen is. Daarnaast dat het huidige model nog verbeteringen behoeft, zeker als het onderdeel wordt van managementadviesprogramma’s die in de praktijk gebruikt kunnen worden.
Dit is dan ook de reden dat ik een innovatieprogramma emissiearm veevoer ben gestart. Dit programma heeft als doel om een aantal methaanreducerende rantsoenen te testen en de daadwerkelijke methaanemissie te meten. Het onderzoek zal zich richten op zowel ruwvoerrantsoenen, als het testen van de mogelijkheden van krachtvoeradditieven. De resultaten die dit onderzoek oplevert, zal het model voor de schatting van methaan verbeteren.
Daarnaast wordt er binnen het innovatieprogramma gewerkt aan een indicator in de melk voor de uitstoot van methaan. Deze indicator kan voor ondernemers en adviseurs een belangrijk instrument worden om de methaanemissie, als gevolg van pensfermentatie op bedrijfsniveau te sturen.
Tenslotte staat het onderwerp van de schatting van de emissie van methaan hoog op de internationale agenda. Ik streef ernaar om door middel van internationale samenwerking van onderzoekers binnen de Global Research Alliance aan handelingsopties voor veehouders, om op bedrijfsniveau te komen tot reducties van methaan, dat ontstaat bij het proces van pensfermentatie.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Rapporten van het PBL, met uitspraken over de methaanemissies door Nederlandse melkkoeien, die ten behoeve van het nationale beleid gebruikt worden, zijn vanaf 2005 niet meer op de wiskundige vergelijkingen in genoemde bedrijfsmodellen gebaseerd. Hiervoor worden vanaf 2005 al de verbeterde wiskundige vergelijkingen gebruikt.
Het betreft rapportages, zoals in het kader van de Emissieregistratie (in Milieubalans en National Inventory Report tbv IPCC), de referentieramingen en optiedocumenten vanaf 2005.
Zie antwoord vraag 6.
Bij andere veehouderijsystemen speelt deze problematiek niet omdat de conclusies alleen opgaan voor het proces van pensfermentatie. Bovendien is de bijdrage van andere sectoren, zoals varkens en pluimvee, aan de totale methaanemissie vanuit de landbouw minder dan 10%.
Ja.