Kamervraag 2010Z16030

Het bericht dat vijf jaar marktwerking de kwaliteit van de kinderopvang heeft verslechterd

Ingediend 5 november 2010
Beantwoord 22 november 2010 (na 17 dagen)
Indiener Nine Kooiman
Beantwoord door Henk Kamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (VVD)
Onderwerpen economie gezin en kinderen markttoezicht sociale zekerheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z16030.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-564.html
1. NRC handelsblad, «Kwaliteit van crèches lijdt onder privatisering», 30 oktober 2010.
  • Vraag 1
    Wat is uw reactie op het bericht dat vijf jaar marktwerking de kwaliteit van de kinderopvang heeft verslechterd?1 Kunt u uw antwoord toelichten?

    Voor dit antwoord verwijs ik u naar het antwoord op vraag 2 van de leden Koşer-Kaya en Verhoeven (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 552).

  • Vraag 2
    Kunt uiteenzetten wat de gemiddelde uurprijs was in 2008, 2009 en 2010? Wanneer dit niet bekend is, bent u bereid dit te onderzoeken? Zo nee, waarom niet? Hoe gaat u ervoor zorgen dat de gemiddelde uurprijs niet nog meer stijgt?

    2006
    2007
    2008
    2009
    2010 (gegevens sept 2010
    Dagopvang
    € 5,45
    € 5,67
    € 5,81
    € 5,97
    € 6,15
    Buitenschoolse opvang
    € 5,68
    € 5,83
    € 5,91
    € 5,95
    € 6,10
    Gastouderopvang
    € 5,43
    € 5,74
    € 5,86
    € 5,90
    € 5,53
    Bovenstaande tabel presenteert de gemiddeld door ouders opgegeven uurprijs aan de Belastingdienst. De stijging van het uurtarief lijkt niet buitenproportioneel te zijn. De NMa komt op basis van het onderzoek «Marktwerking in de kinderopvang», tot dezelfde conclusie.

  • Vraag 3
    Wat gaat u doen om ouders meer mogelijkheden te geven om tegen de stijging van uurprijzen en de verplichte afname van meer kinderopvanguren dan dat ouders afnemen, in beroep te gaan? Bent u bereid om het advies van de oudercommissie bindend te maken? Zo nee, waarom niet?

    Ouders waarvan de kinderopvangorganisatie is aangesloten bij één van de brancheorganisaties hebben altijd de mogelijk om, na een interne klachtenprocedure, het geschil in te dienen bij de Geschillencommissie Kinderopvang. Mijn voorganger heeft in haar brief van 5 februari j.l. maatregelen aangekondigd om de positie van ouders te versterken en zo de werking van de kinderopvangmarkt te verbeteren. Zoals ik in het antwoord op vraag 4 van de leden Koşer-Kaya en Verhoeven aangeef, stuur ik u in de loop van 2011 een brief over dit onderwerp.

  • Vraag 4
    Hoe gaat u ervoor zorgen dat kinderopvangorganisaties zich aan de wettelijke normen gaan houden zodat er genoeg begeleidsters op een groep met kinderen staan? Hoe gaat u ervoor zorgen dat kinderopvangorganisaties hier voldoende op gecontroleerd worden? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Voldoende pedagogische medewerkers op de groep is één van de voornaamste kwaliteitscriteria waarop de GGD toetst. Sinds september 2009 is de GGD begonnen met de zogenoemde onaangekondigde controles. Daardoor kan de GGD nog scherper controleren of kindercentra niet de hand lichten met deze kwaliteitseis. Als sprake is van een overtreding moet de gemeente handhavend optreden. Dat gebeurt vaak goed, maar in veel gevallen nog onvoldoende (zie tevens mijn antwoord op vraag 6). Tegelijk ben ik bezig met de convenantpartijen te komen tot eenvoudiger te hanteren normen. De convenantpartijen streven ernaar om nog in 2010 tot overeenstemming te komen. Eenvoudiger normen zijn voor GGD-en en gemeente beter te handhaven en zullen ook leiden tot een hogere nalevingsbereidheid bij de kindercentra

  • Vraag 5
    Bent u bereid om ervoor te zorgen dat de gemeentelijke gezondheidsdiensten (GGD’s) ook niet aangekondigd en onverwachts kinderopvangorganisaties inspecteren? Zo nee, waarom niet?

    Ja. Op dit moment controleren de GGD-inspecteurs vaak al onaangekondigd.

  • Vraag 6
    Hoe gaat u ervoor zorgen dat gemeenten de kinderopvangorganisaties die de wettelijke normen overtreden, ook daadwerkelijk aanpakt?

    Met project «achterblijvende gemeenten» zet ik stevig in op verbetering van vooral de handhaving door gemeenten. In de praktijk blijkt het effectief te werken als de Onderwijsinspectie de individuele gemeenten op dit achterblijven aanspreekt. Inmiddels zijn er veel meer gemeenten die de uitvoering op orde hebben of waar afspraken mee zijn gemaakt om de uitvoering binnenkort op orde te hebben.

  • Vraag 7
    Hoe gaat u ervoor zorgen dat kleinschalige kinderopvang in Nederland mogelijk blijft en niet alleen in handen komt, zoals dat nu het geval is in de grote gemeenten, van de vier grootste organisaties die meer dan negentig procent van de crèches en naschoolse opvang in handen heeft? Kunt u uw antwoord toelichten?

    De NMa concludeert op basis van onderzoek door Regioplan dat de markt voor kinderopvang een dynamische markt is. Dat blijkt uit het aantal aantal toetreders en uittreders. Uit het onderzoek blijkt dat in gemeenten met meer dan 50 000 inwoners waar de vier grootste aanbieders van kinderopvang gezamenlijk een marktaandeel van 80 à 90% hebben, 62% van de kinderopvangorganisaties tussen december 2006 en december 2008 toe- dan wel uitgetreden is. Verder blijkt uit onderzoek van het Netwerkbureau kinderopvang naar de capaciteit in de kinderopvang, dat de relatief kleine aanbieders tot 20 locaties een marktaandeel hebben van circa 60%. Daarnaast is ook een meerderheid van de nieuwe toetreders een kleine aanbieder met minder dan 50 kindplaatsen. Dat betekent dat er voldoende kleine aanbieders op de markt voor kinderopvang actief zijn en zullen blijven.

  • Vraag 8
    Hoe gaat u ervoor zorgen dat de arbeidsvoorwaarden in kinderopvangorganisaties gewaarborgd wordt? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Als u bedoelt de arbeidsvoorwaarden zoals afgesproken in de CAO kinderopvang, dan ga ik daar niet over. Arbeidsvoorwaarden zijn het onderwerp van werkgevers en werknemers. Mocht een werkgever zich daaraan niet houden dan kan de werknemer de vakbond in de arm nemen en zonodig naar de rechter stappen.

  • Vraag 9
    Hoe gaat u ervoor zorgen dat de kinderopvang betaalbaar blijft nu de marktwerking zorgt voor hogere kosten kinderopvang en u wilt bezuinigingen op de kinderopvang?

    Zoals ik schrijf in antwoord op vraag 2 van de leden Koşer-Kaya en Verhoeven, zijn volgens de NMa de prijzen in de kinderopvang de afgelopen jaren niet buiten proportioneel gestegen. De effecten van de bezuinigingen op de marktwerking zullen worden meegenomen in de brief die ik heb toegezegd in antwoord op vraag 4 van de leden Koşer-Kaya en Verhoeven.

  • Vraag 10
    Bent u bereid om ervoor te zorgen dat ook de werkgevers de afgesproken een derde van de kinderopvangkosten gaan betalen? Zo nee, waarom niet?

    De invoering van de Wet kinderopvang is gebaseerd op de gedachte dat formele kinderopvang tripartiet gefinancierd wordt door de overheid, de werkgevers en de ouders. Sinds 1 januari 2007 betalen werkgevers verplicht mee via een opslag op de wachtgeldpremie. Daarvoor was de bijdrage nog vrijwillig. Het is echter zo dat als de kosten van kinderopvang stijgen maar de grondslag van de opslagpremie stijgt minder hard mee, dan hoeft het opslagpercentage niet dienovereenkomstig te wijzigen. Relevant om op te merken is dat een stijging van de werkgeversbijdrage, gegeven de scheiding van inkomsten en uitgaven niet kan dienen als dekking van overschrijdingen van het kinderopvangbudget. Gegeven het inkomstenkader dat het kabinet hanteert dient een eventuele stijging van deze opslag op de wachtgeldpremie gecompenseerd te worden met lagere collectieve lasten elders. In 2010 bedroeg de gemiddelde bijdrage van werkgevers 23%, van ouders 22% en van het Rijk 55%. Met de bezuinigingen beweegt de verhouding in de bijdragen door de 3 verschillende partijen zich in de richting van 1/3.

  • Vraag 11
    Bent u bereid de marktwerking in de kinderopvang af te schaffen die ervoor zorgt dat de kinderopvang steeds duurder wordt en van slechtere kwaliteit? Zo nee, waarom niet?

    Nee. Voor dit antwoord verwijs ik u naar het antwoord op vraag 2 van de leden Koşer-Kaya en Verhoeven.

  • Vraag 12
    Kunt u deze vragen beantwoorden voor het nader te plannen wetgevingsoverleg kinderopvang?

    Ja.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2010Z16030
Volledige titel: Vragen van lid Kooiman (SP) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat vijf jaar marktwerking de kwaliteit van de kinderopvang heeft verslechterd (ingezonden 5 november 2010).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-564
Volledige titel: Vragen van lid Kooiman (SP) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat vijf jaar marktwerking de kwaliteit van de kinderopvang heeft verslechterd (ingezonden 5 november 2010).