Ingediend | 25 oktober 2010 |
---|---|
Beantwoord | 18 november 2010 (na 24 dagen) |
Indiener | Joram van Klaveren (PVV) |
Beantwoord door | Marja van Bijsterveldt (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA) |
Onderwerpen | recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z15190.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-542.html |
Ja.
Deze visie deel ik niet. De burgemeester van Utrecht heeft samen met de politie een Gay Alert ingesteld, nadat zich in korte tijd een aantal homogerelateerde geweldsincidenten in Utrecht had voorgedaan. Het Gay Alert is vooral bedoeld om in een vroegtijdig stadium te kunnen reageren op beginnende treiterijen en overlast. Daarmee is het geen symptoombestrijding, maar een nuttige stap om verdere escalatie te voorkomen. Daarnaast is het Gay Alert voor mensen die aarzelen over het wel of niet aangifte doen, een laagdrempelige ingang. Ik juich dit initiatief voor het instellen van een Gay Alert dan ook zeker toe, vooral nu de gemeente Utrecht en de politie samen met andere betrokken organisaties daarmee sneller in dit soort situaties kunnen optreden.
Uit het Landelijk criminaliteitsbeeld discriminatie 2009 (TK 2009–2010, 32 123 VII, nr. 74), dat op 13 september jl. naar uw Kamer is gestuurd, blijkt dit directe verband niet. Wel is het aantal homogerelateerde incidenten toegenomen van 380 in 2008 naar 429 in 2009. In dit criminaliteitsbeeld is echter niet specifiek ingegaan op de achtergronden van de verdachten. Uit de LECD-rapportage «Homofoob geweld» van de politie blijkt dat in 86% van de gevallen een autochtoon als verdachte werd genoemd of geen verdachte door het slachtoffer werd genoemd. In 14% van de gevallen werd door het slachtoffer een allochtoon als verdachte genoemd.