Ingediend | 21 oktober 2010 |
---|---|
Beantwoord | 15 december 2010 (na 55 dagen) |
Indiener | Stientje van Veldhoven (D66) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z15089.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-791.html |
Ja.
Zie het gecombineerde antwoord op vraag 1 en 5 van de vragen van de leden Gesthuizen, Irrgang en Voordewind. (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 789)
Zie het gecombineerde antwoord op vraag 1 en 5 van de vragen van de leden Gesthuizen, Irrgang en Voordewind (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 789) en het antwoord op vraag 2 van het lid Ferrier. (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 790)
In de bilaterale contacten met Turkije vormt het thema mensenrechten immer onderwerp van gesprek. Nederland zal hier dit ook in EU-kader op blijven aandringen en in voorkomend geval specifieke aandacht vragen voor de bestrijding van kinderarbeid. Op ambtelijk niveau werd recentelijk bij de bespreking van het Voortgangsrapport 2010 over Turkije door Nederland specifiek aandacht gevraagd bij de Europese Commissie en de EU-lidstaten voor het uitbannen van kinderarbeid.
Zie het antwoord op vraag 4 van de vragen van de leden Gesthuizen, Irrgang en Voordewind. (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 789)
Een generiek initiatief duurzame handel in noten lijkt op voorhand niet effectief, daarvoor zijn de issues in de verschillend «noten» ketens te divers. Zowel de producerende landen, productiemethode en volumes verschillen daarvoor te sterk. Zoals bekend lijkt een dergelijk aanpak met andere basisproducten als cacao en thee onder de vlag van het Initiatief Duurzame Handel wel effectief. Voor deze ketens geldt echter dat de volumes, alsmede het aandeel daarin van de Nederlandse industrie, aanzienlijk groter zijn.
Op 21 oktober 2010 zijn Kamervragen gesteld aan de ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Buitenlandse Zaken over kinderarbeid bij de hazelnotenpluk in Turkije door de leden Gesthuizen en Irrgang (beiden SP) en Voordewind (ChristenUnie) onder kenmerk 2010Z15087, het lid Ferrier (CDA) onder kenmerk 2010Z15088, het lid Van Veldhoven-van der Meer (D66) onder kenmerk 2010Z15089 en het lid Braakhuis (GroenLinks) onder kenmerk 2010Z15102. Gelet op de noodzakelijke afstemming met bedrijven en andere betrokken relevante partijen, en andere ministeries, zal een zorgvuldige beantwoording van de vragen binnen de geldende termijn van drie weken niet mogelijk zijn. De beantwoording zal zo spoedig mogelijk aan uw Kamer worden aangeboden.