Ingediend | 15 oktober 2010 |
---|---|
Beantwoord | 17 november 2010 (na 33 dagen) |
Indieners | Wim Kortenoeven (PVV), Lilian Helder (PVV), André Elissen (PVV), Sietse Fritsma (PVV) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z14905.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-497.html |
Ja.
Ja. Het OM heeft een gevangenisstraf voor de duur van zestien jaar geëist en heeft daarbij gemotiveerd aangegeven dat er geen aanleiding was voor een lagere straf. Het OM heeft het door de raadsman van betrokkene aangevoerde argument dat gebleken is van onacceptabele detentieomstandigheden niet overgenomen en heeft de door de Amerikaanse autoriteiten verstrekte informatie over de aard van de detentieomstandigheden overlegd aan de rechtbank.
Ik begrijp dat de Amerikanen graag een andere uitkomst hadden gezien. Uit de beslissing van de rechtbank blijkt dat zij behalve de argumenten van de raadsman van betrokkene en die van het OM ook andere informatie over de detentieomstandigheden heeft meegewogen, en zo tot het oordeel is gekomen dat een aanzienlijke verlaging van de straf passend is.
Het is niet aan mij om in de overwegingen van de rechter te treden. Straftoemeting vindt altijd plaats op grond van individuele feiten en omstandigheden zoals deze door de rechtbank worden vastgesteld. In de regel is er voor de rechter bij de omzetting van een buitenlandse straf geen aanleiding voor matiging van de buitenlandse straf wegens detentieomstandigheden. De casus van Wesam al D. is uitzonderlijk, en ik zie dan ook geen aanleiding voor maatregelen op dit punt.
Nee, intrekking van de Nederlandse nationaliteit is in deze zaak niet mogelijk. Intrekking van de Nederlandse nationaliteit wegens een strafrechtelijke veroordeling is pas sinds 1 oktober van dit jaar mogelijk, indien het gaat om een persoon die binnen vijf jaar na de verkrijging van het Nederlanderschap wordt veroordeeld voor bepaalde zeer ernstige tegen de Staat of de menselijkheid gerichte misdrijven, en indien daardoor geen staatloosheid ontstaat. Bij de inwerkingtreding van deze bepaling is echter een overgangsbepaling opgenomen die ertoe strekt dat zij niet van toepassing is op misdrijven die zijn gepleegd voor de datum van inwerkingtreding.
Hierbij bericht ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, dat de schriftelijke vragen van de leden Elissen, Helder, Kortenoeven en Fritsma (allen PVV) over de vrijlating van Wesam al D., die in Amerika voor 25 jaar gevangenisstraf is veroordeeld wegens onder andere het beramen van moordaanslagen op Amerikaanse militairen (ingezonden 15 oktober 2010) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.