Ingediend | 11 oktober 2010 |
---|---|
Beantwoord | 2 november 2010 (na 22 dagen) |
Indiener | Renske Leijten |
Beantwoord door | Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | beroepsonderwijs onderwijs en wetenschap organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z14501.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-348.html |
De afgelopen jaren is met het competentiegericht onderwijs gestreefd naar een betere aansluiting tussen opleidingen en praktijk. De enquête van het NIVEL is gericht op de knelpunten in deze aansluiting.
Ik vind het serieus te nemen dat 33% van de verpleegkundigen en verzorgenden vindt dat stagiairs slecht voorbereid worden op het werken in de praktijk. Daartegenover staat, en dat verheugt mij, dat 62% van de stagiairs wel goed voorbereid is op het werken in de dagelijkse praktijk.
Uit de enquête van het NIVEL blijkt verder dat de overgrote meerderheid van stagiairs bij het geven van persoonlijke verzorging (90%) en qua beroepshouding (79%) voldoende of goed scoort. Het knelpunt ligt met name in het feit dat de kennis van voorkomende ziektebeelden bij stagiairs niet toereikend wordt bevonden. In mijn overleggen met de MBO- en HBO- raad zal de component kennis van de opleidingen dan ook een aandachtspunt zijn.
Ik zie in de uitslag van de enquête van het NIVEL geen knelpunten die ingaan op de druk op stagiairs om als volwaardige krachten mee te draaien. Wat de enquête wel laat zien, is dat een stagiair nog geen zelfstandig beroepsbeoefenaar is.
Een opleiding leidt een student op tot beginnend beroepsbeoefenaar. Na het succesvol afronden van een opleiding is iemand inzetbaar als beginnend beroepsbeoefenaar. Dit neemt niet weg dat een stagiair wel bepaalde verantwoordelijkheden kan dragen gedurende de stage, passend bij zijn/haar niveau. Uit de enquête van het NIVEL blijkt dat werkgevers verwachten dat stagiairs een goede beroepshouding en verantwoordelijkheidsgevoel hebben en voldoende vaardigheden hebben op het gebied van persoonlijke verzorging om zelfstandig voor cliënten te zorgen. Deze verwachtingen stroken met de praktijk, aangezien hoge percentages stagiairs voldoende of goed beoordeeld worden op beroepshouding en vaardigheden voor persoonlijke verzorging.
Zie vraag 2.
Zie vraag 2.
Zie vraag 1.
Mijn streven is continuering van het Stagefonds. Op dit moment loopt een evaluatie van het Stagefonds. Als de uitkomsten hiervan bekend zijn, zal ik bekijken of aanpassingen van de regeling nodig zijn.
In de ZZP-financiering is een component opgenomen waaruit bedrijfsvoeringskosten betaald dienen te worden. Opleiden is een onderdeel van die bedrijfskosten. Daarnaast is in 2008 het Stagefonds gestart. Dit is opgericht om het aantal stagiairs en hun begeleiding te bevorderen. Dat geeft een aanvullende stimulans om op te leiden. Zoals aangegeven streef ik naar behoud van het Stagefonds.