Ingediend | 7 oktober 2010 |
---|---|
Beantwoord | 15 november 2010 (na 39 dagen) |
Indiener | Renske Leijten |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | ethiek zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z14351.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-475.html |
Mogelijke fraude dient goed onderzocht te worden. Mocht na onderzoek worden vastgesteld dat er daadwerkelijk sprake is van fraude, dan kan dit uiteraard niet worden getolereerd. Het is onverteerbaar dat er enerzijds een toekenningenstop is voor pgb’s, terwijl er anderzijds mensen zijn die volkomen onterecht of onder valse voorwendselen gebruikmaken van schaarse pgb-middelen die collectief worden opgebracht.
Zorgkantoren zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de pgb-regeling, zij zien toe op een juiste besteding van de pgb-middelen. De zorgkantoren ontvangen en beoordelen hiertoe de verantwoordingsformulieren die door alle budgethouders periodiek (1 of 2 keer per jaar afhankelijk van de hoogte van hun budget) worden ingevuld, de globale controle. Bovendien voeren zorgkantoren op basis van selectiecriteria intensieve controles uit. Bij de intensieve controle dient te worden vastgesteld dat:
Een juiste besteding van de pgb-gelden is de uiteindelijke verantwoordelijkheid van de budgethouder. Ik vind het van het grootste belang dat de voor zorg bestemde middelen ook daadwerkelijk aan zorg worden besteed. Daarom hebben zorgkantoren naast de globale en intensieve controletaak de bevoegdheid om door middel van materiële controles te onderzoeken of de gedeclareerde zorg daadwerkelijk is geleverd. Dit kan worden uitgevoerd door telefonisch contact te zoeken met de budgethouder of zorgverlener. Ook kan op basis van kennis en ervaring bij het zorgkantoor gekozen worden voor een (huis)bezoek.
Bij een materiële controle kunnen ook bewijzen van betaling worden opgevraagd.
Materiële controle van alle budgethouders is, gezien het grote aantal, niet mogelijk. Zorgkantoren hanteren een controleprotocol, waarbij op basis van risicoanalyse zoveel mogelijk budgethouders in de materiële controles worden betrokken.
Waar het gaat om via een pgb-verleende zorg die valt onder de Kwaliteitswet Zorginstellingen dan wel de Wet BIG houdt de IGZ toezicht volgens haar risicogerichte methodiek van het gefaseerde toezicht.
Nee. Zorgkantoren kunnen alleen aan mensen een pgb toekennen, indien het CIZ of het Bureau Jeugdzorg in een indicatiebesluit heeft vastgesteld, dat zij zorg nodig hebben. Het inzetten van het pgb voor andere doeleinden betekent dat de benodigde zorg niet kan worden ingekocht. In de antwoorden op de vragen 2 en 3 heb ik beschreven hoe wordt toegezien op juiste besteding van het pgb.
In de pgb-regeling zien zorgkantoren via de verantwoordingssystematiek erop toe dat het pgb wordt besteed aan verzekerde zorg. Het CVZ ziet erop toe dat het geheel van subsidiegelden rechtmatig wordt besteed en de NZa controleert of de zorgkantoren hun taken naar behoren uitvoeren. Dit systeem gaat uit van vertrouwen. Het vertrouwt erop dat de budgethouders hun indicatie en hun pgb ook echt nodig hebben. Dit heeft dan ook tot gevolg dat het niet eenvoudig is om mensen die willens en wetens misbruik maken, te ontmoedigen dan wel te ontmaskeren.
Om misbruik van zorggeld te voorkomen heeft de vorige minister van VWS een jaar geleden het overleg «verbetering bestrijding zorgfraude» in het leven geroepen. Dit overleg heeft het tegengaan van pgb-fraude als eerste prioriteit.
Ik verwacht aan het eind van dit jaar een voorstel van dit overleg hoe misbruik van en fraude met het pgb beter te voorkomen zijn. Ik heb het overleg verzocht hiertoe met verstrekkende voorstellen te komen en zal u op de hoogte houden van de voortgang.