Kamervraag 2010Z14136

Oost-Europese concurrentie in de thuiszorg

Ingediend 5 oktober 2010
Beantwoord 23 november 2010 (na 49 dagen)
Indieners Eddy van Hijum (CDA), Sabine Uitslag (CDA)
Beantwoord door Henk Kamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (VVD)
Onderwerpen organisatie en beleid werk zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z14136.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-571.html
1. het Financieele Dagblad, «Oost-Europese concurrentie in de thuiszorg», 6 augustus 2010.
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Oost-Europese concurrentie in de thuiszorg» waarin wordt gemeld dat Oost-Europese vrouwen hun intrede doen in de thuiszorg?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Hoeveel Bulgaarse en Roemeense thuishulpen zijn via een detacheringconstructie in de thuiszorg werkzaam? Herkent u het beeld dat het vooralsnog gaat om naar schatting enkele honderden mensen? Verwacht u dat dit aantal in de toekomst zal toenemen?

    Voor werknemers uit Bulgarije en Roemenië is een tewerkstellingsvergunning vereist: Nederland maakt immers gebruik van de mogelijkheid om overgangsmaatregelen toe te passen met betrekking tot het vrij verkeer van werknemers uit deze landen. Voor vrij verkeer van diensten gelden geen overgangsmaatregelen. Dit betekent dat Bulgaren en Roemenen wel als zelfstandige zonder personeel (zzp’er) mogen werken in Nederland of als werknemer in het kader van grensoverschrijdende dienstverlening. Uit het aangehaalde krantartikel blijkt dat Seniorcare24 stelt dat het de laatstgenoemde constructie benut: grensoverschrijdende dienstverlening met eigen werknemers.
    Op grond van het vrij verkeer van diensten mag een in een andere EU-lidstaat gevestigde dienstverlener in Nederland met eigen werknemers een dienst komen verrichten, ook als het werknemers betreft voor wie nog geen vrij verkeer van werknemers geldt (zoals Bulgaren). In de Wet arbeid vreemdelingen is geregeld dat voor deze categorie geen tewerkstellingsvergunning is vereist: er kan worden volstaan met een melding («notificatie») bij UWV. Deze notificatieplicht geldt niet wanneer enkel sprake is van het ter beschikking stellen van arbeid: hiervoor blijft een tewerkstellingsvergunning vereist. Uit de cijfers van UWV blijkt dat er dit jaar tot nu toe 24 Bulgaarse vreemdelingen zijn genotificeerd in de zorgsector. In hoeverre in de toekomst gebruik wordt gemaakt van deze mogelijkheid is vooralsnog niet in te schatten.
    De Arbeidsinspectie controleert of grensoverschrijdende dienstverleners die hebben genotificeerd niet feitelijk arbeid ter beschikking stellen. In dat geval is sprake van illegale tewerkstelling en wordt in principe een boete opgelegd aan zowel de in het buitenland gevestigde werkgever als aan de in Nederland gevestigde opdrachtgever(s).
    Als het gaat om oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt, geldt dat ook gedetacheerde werknemers recht hebben op het wettelijk minimumloon. De Arbeidsinspectie houdt toezicht op de naleving van de WML. Ook gelden voor gedetacheerde werknemers de algemeen verbindend verklaarde kernbepalingen uit de van toepassing zijnde cao. Behalve om loon gaat het hierbij om belangrijke arbeidsvoorwaarden zoals werk- en rusttijden, vakantiedagen en gezondheid, veiligheid en hygiëne. Cao-partners zijn zelf verantwoordelijk voor de controle op naleving van de bepalingen in cao’s. Op dit moment is er overigens geen algemeen verbindend verklaarde cao voor de thuiszorg.
    Zoals gezegd mogen Bulgaren en Roemenen ook als zzp’er werken in Nederland. Als blijkt dat feitelijk sprake is van een werkgever-werknemerrelatie spreken we van schijnzelfstandigheid. Wanneer de werkgever niet beschikt over een tewerkstellingsvergunning, is sprake van illegale tewerkstelling en legt de Arbeidsinspectie een boete op aan de werkgever. Met de Belastingdienst en IND worden gegevens uitgewisseld over schijnzelfstandigheid. Ook vindt intensieve voorlichting plaats over schijnzelfstandigheid: via brochures in verschillende talen, de campagne «Weet hoe het zit» en de website van de Arbeidsinspectie.
    De Arbeidsinspectie heeft de aanpak van werkgevers van Bulgaarse en Roemeense schijnzelfstandigen tot een van de speerpunten benoemd in 2010. Het thema «het oneigenlijk verkrijgen van toegang tot de arbeidsmarkt door zelfstandigen zonder personeel» maakt deel uit van het programmaproject ter uitvoering van amendement nr. 43 bij de SZW-begroting 2010, waarover uw Kamer per brief van 15 maart jl. is geïnformeerd.2
    Op dit moment heeft de Arbeidsinspectie enkele zaken in de thuiszorg in onderzoek, waaronder het in het artikel genoemde bureau. In deze zaken wordt onderzocht of er sprake is van illegale tewerkstelling door de inzet van schijnzelfstandigen of door het ter beschikking stellen van arbeid zonder de benodigde tewerkstellingsvergunning.
    Als het gaat om oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt specifiek in de thuiszorg kan ik u melden dat de Arbeidsinspectie in 2011 een inspectieproject op het terrein van arbeidsmarktfraude zal opstarten in de zorgsector. De ontvangen signalen en de ervaringen uit de lopende onderzoeken zullen hierin worden meegenomen.

  • Vraag 3
    Kunt u toelichten of de detacheringconstructie die wordt toegepast rechtmatig is? Gaat het hier om schijnzelfstandigen die de facto werknemers zijn? Bent u van mening dat met deze constructie de benodigde tewerkstellingsvergunning voor Roemenen en Bulgaren wordt omzeild?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Op welke manier bent u voornemens schijnzelfstandigheid en oneerlijke concurrentie in de thuiszorg aan te pakken? In hoeverre controleert de Arbeidsinspectie op schijnzelfstandigheid in de thuiszorg?

    Zie antwoord vraag 2.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2010Z14136
Volledige titel: Vragen van de leden Van Hijum en Uitslag (beiden CDA) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over Oost-Europese concurrentie in de thuiszorg (ingezonden 5 oktober 2010).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-571
Volledige titel: Vragen van de leden Van Hijum en Uitslag (beiden CDA) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over Oost-Europese concurrentie in de thuiszorg (ingezonden 5 oktober 2010).