Ingediend | 27 september 2010 |
---|---|
Beantwoord | 15 oktober 2010 (na 18 dagen) |
Indiener | Manja Smits |
Beantwoord door | André Rouvoet (CU) |
Onderwerpen | basisonderwijs onderwijs en wetenschap |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z13675.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-260.html |
Het is niet wenselijk dat onderwijs- en klassenassistenten worden ingezet voor taken waar zij niet voor zijn opgeleid en/of niet voor worden beloond. De kwaliteit van leraren is van doorslaggevend belang voor de prestaties van leerlingen. Daarom moeten we alles op alles zetten om goede, bevlogen en bevoegde docenten voor de klas te krijgen en de huidige docenten zoveel als mogelijk te behouden.
Ik zet me dan ook in om het aandeel onbevoegd gegeven lessen te verminderen. Daarvoor hebben wij ook het Actieplan LeerKracht opgesteld.
Daarnaast raad ik, precies zoals de heer Rog aangeeft in het artikel, assistenten die zich benadeeld voelen aan zich te melden bij de bonden en de MR bij hen op school. De medezeggenschapsraden en de onderwijsbonden kunnen op deze manier hun positie innemen om samen met werkgevers(organisaties) het scholingsbeleid binnen scholen voortvarend ter hand te nemen en on(der)bevoegdheid en de verkeerde inzet van personeel te bestrijden.
Kerntaak in de functie van onderwijsassistent is het ondersteunen van de leraar op zijn aanwijzingen bij het verrichten van onderwijsinhoudelijke taken en het begeleiden van leerlingen bij de verwerving van vaardigheden. Zolang bovengenoemde werkzaamheden plaatsvinden onder verantwoordelijkheid van een bevoegde docent zie ik hier geen probleem. Echter, geen van de ondersteuners kan worden belast met de volledige vervanging van zieke leraren en als invaller het zelfde werk doen als de leraar.
Om goed toezicht te kunnen blijven houden ben ik voornemens de Wet op het onderwijstoezicht te wijzigen waardoor de inspectie ook gaat toezien op de kwaliteit van het leraarschap en op het vraagstuk van bevoegdheden. De inspectie is bezig de consequenties hiervan voor het toezicht uit te werken.
Zie mijn antwoord op vraag 1.
Daarnaast zet ik mij ook op andere manieren in om het aandeel onbevoegd gegeven lessen te verminderen. Er is veel geld uitgetrokken voor een betere beloning om bevoegde leraren aan te trekken en de lerarenopleiding aantrekkelijker te maken. Er wordt daarnaast ingezet op scholing van zij-instromers en een lerarenbeurs waarmee bevoegde docenten hoger of breder bevoegd kunnen worden.
Geldgebrek kan in principe geen rol spelen in situaties waarbij sprake is van vervanging van zieke leraren. Scholen ontvangen immers middelen voor het vervangen van leraren vanuit het vervangingsfonds. Het is daarnaast zeer de vraag of situaties waarbij medewerkers in ondersteunende functies te laag worden ingeschaald zich laten verklaren door geldgebrek. De omvang van de bekostiging is voldoende om voor iedere klas een bevoegde leraar aan te stellen en daarnaast een aantal ondersteunende functies te creëren. Het is aan schoolbesturen om hier de optimale keuzes te maken binnen de grenzen van de wet en bindende afspraken over arbeidsvoorwaarden.
Ik wijs er daarnaast op dat deze bezuiniging destijds genomen is in verband met de economische crisis. Ik zie dan ook geen mogelijkheden deze bezuinigingsmaatregel terug te draaien omdat hiervoor geen financiële dekking aanwezig is. Door te kiezen voor een bezuiniging op het budget bestuur en management is het signaal gegeven dat de bezuiniging niet ten koste mag gaan van het werk in de klas.