Ingediend | 27 september 2010 |
---|---|
Beantwoord | 29 oktober 2010 (na 32 dagen) |
Indiener | Sharon Gesthuizen (GL) |
Beantwoord door | Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z13673.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-318.html |
Er worden na overbrenging naar Nederland geen hogere straffen opgelegd dan in het land waar de gedetineerde is veroordeeld. Evenmin komt de veroordeelde na overbrenging naar Nederland in een ongunstiger positie voor wat betreft zijn vervroegde of voorwaardelijke strafrechtelijke invrijheidstelling. Het op 21 maart 1983 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen (hierna: VOGP) bepaalt dat de strafrechtelijke positie van de gevonniste persoon door de overbrenging niet verzwaard dient te worden. Dat gebeurt in de praktijk dan ook niet.
De veroordeelde om wie het gaat heeft de Noorse autoriteiten verzocht om zijn resterende straf in Nederland te mogen ondergaan. De Noorse autoriteiten hebben Nederland in 2008 verzocht om de in Noorwegen opgelegde gevangenisstraf van negen jaar verder in Nederland ten uitvoer te leggen. In het verzoek deelden de Noorse autoriteiten eenduidig mee dat de veroordeelde in Noorwegen in vrijheid zou worden gesteld nadat hij tweederde van de aan hem opgelegde straf had ondergaan. De door de Noorse autoriteiten meegedeelde datum van vrijlating is leidend bij de verdere behandeling van het verzoek. Er is in deze casus geen sprake van een verzwaring van de strafrechtelijke positie van betrokkene. Hij komt in Nederland op dezelfde datum vrij als het geval zou zijn geweest wanneer hij in Noorwegen was gebleven. Er is derhalve geen aanleiding om maatregelen te treffen.
In meer algemene zin merk ik nog op dat het ministerie van Buitenlandse Zaken Nederlandse gedetineerden in het buitenland alsmede hun contactpersonen zowel schriftelijk als mondeling voorziet van informatie, waarbij uiteengezet wordt welke mogelijkheden er in de staat van veroordeling bestaan inzake vervroegde invrijheidsstelling of vreemdelingenrechtelijke uitwijzing. Voorts wordt erop gewezen dat na overname van de tenuitvoerlegging door Nederland, de Nederlandse regeling over voorwaardelijke invrijheidstelling van toepassing zal zijn.
Zoals uit de voorgaande antwoorden blijkt, is de stelling onjuist dat betrokkene een langere straf moet uitzitten. Betrokkene is op dit moment onder een regulier regime geplaatst. Voorzover er sprake is geweest van verblijf in een huis van bewaring, was dit aansluitend aan zijn overbrenging uit Noorwegen.
De overdracht van de tenuitvoerlegging van een strafvonnis op basis van het VOGP ziet op de vrijheidsstaf. Het verdrag schrijft voor dat de tenuitvoerlegging van die straf geschiedt volgens de regels van de tenuitvoerleggende staat. Het is dus niet zo, dat de tenuitvoerlegging op eenzelfde type detentieplaats of onder hetzelfde regime moet plaatsvinden als in de staat van veroordeling.
Ja. Het oordeel van de Hoge Raad wijkt niet af van de lijn die in de jurisprudentie terzake in 1998 is ingezet (27-01-1998, LJN ZD8172). Het is sindsdien praktijk dat het bedoelde onderzoek wordt verricht. Dit geldt voor alle landen.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Hierbij bericht ik u dat de schriftelijke vragen van het lid Gesthuizen (SP) over de procedure op grond van Wet overdracht en tenuitvoerlegging van strafvonnissen (ingezonden 27 september 2010) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.