Ingediend | 27 september 2010 |
---|---|
Beantwoord | 1 december 2010 (na 65 dagen) |
Indiener | Harry van Bommel |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | europese zaken internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z13668.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-651.html |
Mevrouw Ferrero-Waldner was gedurende haar ambtsperiode bij de Commissie verantwoordelijk voor externe betrekkingen en nabuurschapsbeleid en heeft haar nieuwe activiteiten gemeld bij de Commissie. De Commissie heeft de verenigbaarheid van haar nieuwe activiteiten getoetst met haar functie als commissaris en was van oordeel dat de voorgenomen activiteiten verenigbaar waren met de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 245, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de Werking van de EU (hierna VWEU). Hierin is bepaald dat leden van de Commissie verplicht zijn om eerlijkheid en kiesheid te betrachten in het aanvaarden van bepaalde functies na afloop van hun ambtsperiode. Toezicht op de naleving van deze regel vindt het kabinet in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de Commissie zelf.
Zie antwoord vraag 1.
Het ethisch comité van de Commissie achtte de voorgenomen activiteiten verenigbaar, en heeft aangegeven dat als mevrouw Ferrero-Waldner onderwerpen zou moeten behandelen die verband houden met haar eerdere functies, zij de vertrouwelijkheid van gevoelige en vertrouwelijke informatie waar zij toegang tot heeft gehad tijdens haar ambtsperiode dient te waarborgen.
De verplichting om geen vertrouwelijke informatie openbaar te maken waartoe de commissarissen toegang hebben gehad bij de uitoefening van hun taken, geldt voor alle voormalige commissarissen. De commissarissen zijn zelf verantwoordelijk voor de naleving. Ingeval deze verplichtingen niet worden nagekomen, kan de Raad of de Commissie zich wenden tot het Hof van Justitie. Het Hof van Justitie kan sancties opleggen.
De heer Verheugen heeft de Commissie in kennis gesteld van zijn betrokkenheid bij de oprichting van «The European Experience Company GmbH», waarvan hij niet-uitvoerend bestuurder is.
Lobbyactiviteiten zijn niet als zodanig verboden. Elke activiteit moet worden beoordeeld in de praktijk, afhankelijk van de betrokken sector en dossiers en de potentiële risico's van belangenconflicten. Als een lobbyactiviteit een belangenconflict zou doen ontstaan, is zij niet verenigbaar. De Commissie heeft nog geen besluit genomen over de door de heer Verheugen gemelde activiteit.
Zie antwoord vraag 6.
Zie antwoord vraag 6.
Ja2. De overgangsvergoeding waarvoor een oud-commissaris in aanmerking komt bedraagt (bruto) tussen de 40% en 65% van het laatste maandelijkse basissalaris, afhankelijk van de lengte van het dienstverband bij de Commissie. Deze vergoeding wordt verlaagd als hij of zij een nieuwe betaalde baan aanvaardt en is afhankelijk van de hoogte van het nieuwe salaris. Dit houdt in dat het nieuwe salaris samen met de overgangsvergoeding niet hoger mag zijn dan het salaris dat de oud-commissaris verdiende toen hij of zij nog lid was van de Commissie. De overgangsvergoeding is fors en kan minder. Daarom zal Nederland zich kritisch blijven opstellen ten aanzien van de hoogte van de administratieve uitgaven van de EU en de hoogte van salarissen van EU-functionarissen. Tijdens de lopende onderhandelingen over de EU-begroting 2011 kaartte Nederland dit meerdere malen aan.
Zie antwoord vraag 9.
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Van Bommel over gedragsregels voor voormalige EU-commissarissen met kenmerk 2010Z13668, die werden ingezonden op 27 september 2010, wil ik u meedelen dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De reden hiervoor is dat ik de Europese Commissie heb gevraagd om aanvullende feitelijke informatie die voor de beantwoording noodzakelijk is. Deze informatie is nog niet ontvangen. Zodra de benodigde informatie beschikbaar is wordt de beantwoording u onverwijld aangeboden.