Ingediend | 8 september 2010 |
---|---|
Beantwoord | 28 september 2010 (na 20 dagen) |
Indiener | Harry van Bommel |
Beantwoord door | Maxime Verhagen (minister buitenlandse zaken, minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (CDA) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z12469.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-63.html |
Ik ben op de hoogte van de recent toegenomen onrust in Kasjmir.
In de door u aangehaalde bron2 is sprake van gebruik van militaire uitrusting van de VN, zoals blauwe helmen, door Indiase militairen. Uit de mij ter beschikking staande informatie kan geen bevestiging hiervan worden gekregen, noch van intimidatie van de «UN Military Observer Group in India and Pakistan» (UNMOGIP) door Indiase troepen in Kasjmir.
Helaas ligt de dialoog tussen India en Pakistan over Kasjmir naar aanleiding van de aanslagen in Mumbai in 2008 nog steeds praktisch stil. De internationale gemeenschap, Nederland incluis, moedigt in gesprekken met zowel de Indiase als de Pakistaanse regering, partijen aan de dialoog te hervatten met het oog op bevordering van de stabiliteit en veiligheid van zowel Kasjmir als de gehele regio.
Ik heb kennisgenomen van het ICG rapport. De Indiase regering ziet de ernst van de situatie in en zoekt momenteel naar oplossingen om de toename van het geweld te keren in Kasjmir. Eén van de maatregelen die in dat kader is genomen is een algeheel uitgaansverbod om nieuwe rellen te voorkomen. Vanuit New Delhi worden contacten onderhouden met diverse partijen in Kasjmir, inclusief leiders van separatische bewegingen. Tijdens zijn bezoek aan Kasjmir, afgelopen juni, riep premier Singh op tot een dialoog tussen alle partijen die afzien van geweld. Tevens zegde hij steun toe aan de economische ontwikkeling en de bestrijding van (jeugd)werkloosheid in Kasjmir. Dit kan, volgens het ICG rapport, bijdragen aan het herstel van vertrouwen van de bevolking in de Indiase autoriteiten, evenals de ontwikkeling van export, de bevordering van investeringen en verbetering van de infrastructuur.
Zie antwoord vraag 3.
Premier Singh gaf tijdens zijn eerder genoemde bezoek aan zich bewust te zijn van klachten over mensenrechtenschendingen door veiligheidstroepen. Hij meldde dat zal worden opgetreden tegen de daders van deze schendingen. Ik acht het van belang dat de Indiase regering haar verantwoordelijk neemt en dat zij deze onderzoeken naar de klachten grondig en objectief uitvoert. Afgewacht zal moeten worden welke maatregelen de regering treft.
Een EU-missie bezoekt éénmaal per jaar Kasjmir en spreekt daar met vertegenwoordigers van politieke partijen en separatistische bewegingen, veiligheidstroepen, en het maatschappelijk middenveld. Veel aandacht gaat tijdens deze missie uit naar de mensenrechtensituatie in Kasjmir. Sinds 2002 heeft de EU in totaal EUR 13 miljoen aan financiële steun verleend aan de slachtoffers van het geweld in Kasjmir. Dit geld werd besteed aan de (psycho-sociale) gezondheid en bescherming van slachtoffers en aan hun levensonderhoud. Dit jaar besloot de EU nog eens EUR 2 miljoen hiervoor uit te trekken.
Er hebben mij geen berichten bereikt over een sluimerende opstand in deze regio. Het is mij wel bekend dat onder een deel van de bevolking ontevredenheid heerst over het gebrek aan democratie en fundamentele vrijheden. Sinds 1948 beschouwt Pakistan Gilgit Baltistan als onderdeel van zijn grondgebied. De vorig jaar doorgevoerde staatsrechtelijke hervormingen in Pakistan hebben weliswaar geleid tot meer rechten van de bevolking (waaronder de mogelijkheid te stemmen voor een eigen parlement) maar niet tot vertegenwoordiging op federaal niveau van Gilgit Baltistan.
De status van Gilgit Baltistan en het daarmee samenhangende gebrek aan democratie voedt de ontevredenheid van een deel van de bevolking. Er zijn groeperingen die pleiten voor onafhankelijkheid van de regio, anderen willen onderdeel van Pakistan zijn, maar dan wel vertegenwoordiging op federaal niveau.
In EU-verband vindt een constante dialoog met Pakistan plaats over mensenrechten en goed bestuur in geheel Pakistan.
China voert een aantal infrastructurele projecten uit in Gilgit-Baltistan, waaronder wegen, bruggen en tunnels. Er hebben mij via de media berichten bereikt dat er legereenheden van het Chinese volksleger in deze regio aanwezig zijn. Naar verluidt, zou het hier echter gaan om veiligheidsmedewerkers die worden ingezet ter bescherming van de arbeiders van voornoemde projecten. Een woordvoerder van de Pakistaanse regering verklaarde in de pers bovendien dat China Pakistan assisteert in de reconstructie van de Karakoram snelweg die door aardverschuivingen en overstromingen was verwoest.
China en Pakistan overwegen al enkele jaren de aanleg van een spoorlijn van Kashgar (West-China) via Kashmir naar de Pakistaanse havenstad Gwadar aan de Perzische Golf. De spoorlijn zou China directe toegang geven tot de Perzische Golf en een belangrijke strategische schakel vormen in de aanvoer van Chinese olie-importen. Het project is echter nog niet van start gegaan, mede vanwege de hoge kosten en de huidige instabiele situatie in de regio.