Ingediend | 20 augustus 2010 |
---|---|
Beantwoord | 27 september 2010 (na 38 dagen) |
Indieners | Tjeerd van Dekken (PvdA), Jacques Monasch (PvdA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | economie organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z11780.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-43.html |
Ja.
De staatssecretaris en de minister voor WWI hebben, in tegenstelling tot wat in het bovengenoemde bericht werd gesuggereerd, altijd zowel gepleit voor geld voor de krimpgebieden als voor geld voor de wijken. Tevens heeft zij ervoor gepleit om na te denken over een andere vorm van bekostiging van de wijken- en krimpproblematiek. De problemen in krimpgebieden vragen evenals de aandachtswijken terecht om investeringen. Overigens heeft ook de vorige minister voor WWI deze lijn gesteund. Er is hier geen sprake van een of-of situatie.
Het kabinet heeft zich daarom – samen met gemeenten en corporaties – niet voor niets 10 jaar gecommitteerd aan de ambities. Daarnaast hebben het rijk, provincies en gemeenten een gezamenlijk Actieplan Bevolkingsdaling opgesteld om de leefbaarheid te verbeteren in krimpgebieden waar de bevolking daalt.
Vanuit het rijk is voor de wijkenaanpak € 300 miljoen beschikbaar gesteld voor de periode 2008–2010, corporaties investeren € 250 miljoen per jaar in de periode 2007–2017 en zijn er vanuit departementen ook middelen beschikbaar voor o.a. combinatiefuncties, wijkagenten, groen en conciërges. Gemeenten en corporaties bepalen op lokaal niveau dus zelfstandig hoe en voor welke doelen deze middelen worden ingezet. Hier heeft het kabinet geen invloed op. Er is dus geen sprake van middelen die nog over zijn of waar nog geen verplichtingen voor zijn aangegaan.
Ja, de problemen in aandachtswijken zijn zo complex en hardnekkig dat alleen een geconcentreerde en langdurige aanpak werkt. Door gebiedsgericht en op wijkniveau samen met de bewoners problemen tegelijkertijd fysiek en sociaal aan te pakken, boeken we voortgang. Daarom blijft het belangrijk dat de financiële middelen, zoals toegelicht in het antwoord op vraag 3, worden ingezet voor de wijkenaanpak.
Corporaties investeren € 250 miljoen per jaar in de aandachtswijken. Hiervan bestaat € 75 miljoen uit bijzondere projectsteun die wordt opgebracht door corporaties van buiten de 40 wijken. Mijn ambtsvoorganger, de heer Van der Laan, heeft eerder al aangegeven dat hij overwoog om krimpregio’s die voor een grote opgave staan en nauwelijks verdiencapaciteit hebben vrij te stellen van bijdrage aan de bijzondere projectsteun. Deze regeling moet nog worden geëvalueerd. Naar aanleiding daarvan kan bekeken worden of en hoe deze regeling zal worden voortgezet dan wel zal worden aangepast.
Op 20 augustus jongstleden hebben mijn collega Bijleveld en ik Kamervragen ontvangen van uw leden Van Dekken en Monasch (beiden PvdA) over het bericht dat de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geld van de krachtwijken in zou willen zetten in de krimpgebieden. Mede namens de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties deel ik u mee dat ik deze vragen niet binnen de gestelde termijn kan beantwoorden. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.