Ingediend | 19 augustus 2010 |
---|---|
Beantwoord | 8 september 2010 (na 20 dagen) |
Indieners | Wim Kortenoeven (PVV), Geert Wilders (PVV) |
Beantwoord door | Maxime Verhagen (minister buitenlandse zaken, minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (CDA) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z11727.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-3294.html |
Ja.
Het lijkt erop dat mevrouw Ashtiani geen eerlijk proces heeft genoten en dat haar verklaring op televisie onder dwang is afgelegd. Nederland benadrukt het recht van iedere persoon op een eerlijk proces. Nederland is tegen de doodstraf en roept het Iraanse regime regelmatig op tot het afkondigen van een moratorium op de tenuitvoerlegging hiervan.
Ja. Op 6 juli jl. heeft EU-Hoge Vertegenwoordiger Ashton in een verklaring haar zorg uitgesproken over het bericht dat mevrouw Ashtiani op korte termijn geëxecuteerd zou worden. Op 29 augustus jl. heeft de Belgische ambassadeur te Teheran namens de EU bij de Iraanse autoriteiten geprotesteerd tegen de terdoodveroordeling van 15 personen, voor wie allen steniging is aangekondigd. Mevrouw Ashtiani behoort ook tot deze groep. De EU roept Iran op te stoppen met het toepassen van steniging als straf en vraagt Iran een moratorium op de tenuitvoerlegging van de doodstraf in te stellen. Ten aanzien van de 15 personen vraagt de EU de Iraanse overheid de doodvonnissen in het minste geval om te zetten in gevangenisstraf. Ook benadrukken Nederland en de EU in alle contacten met de Iraanse autoriteiten het belang van een eerlijke rechtsgang. De recent aangetreden Nederlandse ambassadeur te Teheran heeft in zijn kennismakingsgesprek met de Iraanse Minister van Buitenlandse Zaken de zaak van mevrouw Asthiani nogmaals opgebracht.
Informatie over en toegang tot Iraanse gedetineerden wordt alleen verstrekt aan directe familie en het bezoeken van mevrouw Ashtiani is derhalve niet mogelijk voor buitenlandse diplomaten.
De Nederlandse mensenrechtenambassadeur verricht geen onderzoeken naar individuele zaken. Tijdens zijn bezoek aan Iran in maart 2010 heeft de mensenrechtenambassadeur in ontmoetingen met diverse gesprekspartners de Nederlandse zorgen omtrent de mensenrechtensituatie in Iran uiteen gezet. Daarbij zijn marteling in detentie, het grote aantal doodvonnissen en de toename in het aantal voltrokken executies, in het bijzonder van minderjarigen, uitdrukkelijk aan de orde gekomen.
Nederland stelt veelvuldig, rechtstreeks en via de EU, de onderdrukking van vrouwen in Iran aan de orde. Dat gebeurt zowel in bilaterale contacten als binnen diverse organen van het VN-systeem. Daarnaast worden door Nederland projecten ondersteund die de verbetering van de positie van vrouwen in Iran tot doel hebben.
Nederland stemt – zeker voor wat betreft organen die ten doel hebben de mensenrechten te verdedigen – niet op een mensenrechtenschendend land als Iran. In het geval van de verkiezingen van de VN-Commissie voor de Status van Vrouwen had Nederland geen stemrecht. Toen Iran zich eerder dit jaar kandideerde om lid te worden van de VN Mensenrechtenraad, heeft Nederland zich zelfs wereldwijd ingezet om de verkiezing van Iran als lid van de Raad te voorkomen.
Ik heb de stellige hoop dat Iran het vonnis niet ten uitvoer zal brengen.