Ingediend | 10 augustus 2010 |
---|---|
Beantwoord | 9 september 2010 (na 30 dagen) |
Indiener | Boris van der Ham (D66) |
Beantwoord door | Ab Klink (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z11511.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-3302.html |
Het rapport van de commissie-Fränzel bevat aanbevelingen over een aantal thema’s, zoals preventie en hulpverlening, de omgang met drugs in de regio en de bestrijding van overlast en (georganiseerde) criminaliteit. De reacties van de lokale overheden op het rapport van de commissie waren overwegend positief en de meeste aanbevelingen zullen worden overgenomen. Het advies van de commissie om kleinere coffeeshops regionaal in te voeren is echter vooralsnog niet overgenomen door het Regionaal College van burgemeesters.
Bij een van de aanbevelingen aangaande de verkoopleeftijd van alcohol moet de kanttekening worden gemaakt dat de leeftijdsgrens voor de verkoop van zwak-alcoholhoudende dranken landelijk is vastgesteld op 16 jaar. Van deze leeftijdsgrens kan alleen worden afgeweken door gemeenten als in de Drank- en Horecawet een artikel wordt opgenomen dat daartoe de mogelijkheid biedt. Een wetsvoorstel tot wijziging van deze wet is aanhangig bij de Tweede Kamer. Nadere besluitvorming naar aanleiding van het rapport van de commissie-Van de Donk wacht op het aantreden van een nieuw kabinet.
Het rapport van de commissie-Fränzel concludeert dat, totdat beide gemeenten hun eigen markt weer gaan bedienen, een deel van het probleem naar andere steden in de regio verschuift. De commissie merkt op dat dit voor de betreffende steden een onwenselijke situatie is die zeker op den duur niet houdbaar is. Ik verwijs verder naar het antwoord op vraag 3.
Na de sluiting van de coffeeshops in Bergen op Zoom en Roosendaal is door de stuurgroep Courage (een samenwerkingsverband tussen de beide steden en de diverse partners op het gebied van de bestrijding van drugsoverlast) besloten om over een periode van één jaar te analyseren wat de gevolgen hiervan zijn. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksconsortium, bestaande uit Beke Advies, COT en Lokale Zaken. Eind 2010 zal het eindrapport verschijnen. Daarin zullen naar verwachting ook de door u gestelde vragen worden beantwoord. Het kabinet draagt aan dit onderzoek bij via de pilot verminderen overlast door coffeeshops (zie hierover de brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 juli 2010 over het drugsbeleid, Kamerstukken II, vergaderjaar 2009–2010, 24 077, nr. 253).
Hierbij bericht ik u, mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dat de schriftelijke vragen van het lid Van der Ham (D66) over verschuivende problemen drugshandel in Brabant (ingezonden 10 augustus 2010) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.