Ingediend | 2 augustus 2010 |
---|---|
Beantwoord | 29 september 2010 (na 58 dagen) |
Indiener | Paulus Jansen |
Beantwoord door | Gerda Verburg (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CDA) |
Onderwerpen | dieren landbouw |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z11415.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-72.html |
Het artikel van de heer Tennekens laat aan de hand van laboratoriumgegevens zien dat een simpele dosis-effectrelatie voor deze stoffen niet opgaat, maar dat bij langdurige blootstelling (met lage concentraties) een lagere totaaldosis dan bij korte blootstelling aan hogere concentraties, dodelijk is. Dit is op zich zelf een reden om alert te zijn op mogelijke gevolgen van lage concentraties van deze stoffen in het milieu.
De huidige toelatingsbeoordeling ten aanzien van het effect op bijen is gebaseerd op studies en veldonderzoek die in Europees verband zijn uitgevoerd. Daarin werden geen schadelijke langetermijneffecten gevonden op honingbijen. Op grond hiervan worden momenteel geen maatregelen voorzien.
De beoordeling van het artikel en de juistheid van de conclusies van de heer Tennekes, betreffende het risico voor bijen is niet mogelijk binnen de gestelde termijn voor beantwoording van deze Kamervragen, maar zal plaatsvinden in het kader van een bezwaarschrift dat op de toelating van Merit Turf bij het Ctgb is binnengekomen. Ik zal u informeren over de afhandeling van het bezwaarschrift.
Het artikel van de heer Tennekes was niet beschikbaar ten tijde van het opstellen van de beoordeling van Merit Turf en kon derhalve niet in de beoordeling worden meegenomen.
Een verband tussen het gehalte imidacloprid in bodem en oppervlaktewater en bijensterfte is tot op heden wetenschappelijk niet aangetoond. Ook in de praktijk is van genoemd verband nog niets gebleken. In langlopende monitoringsonderzoeken in Frankrijk en Duitsland is geen relatie gevonden tussen wintersterfte en aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen in de bijenvolken.
De aanwezigheid van parasieten en virussen en imkergerelateerde zaken, zoals de leeftijd van de koningin, blijken wel een aantoonbare rol te spelen. Zoals ik bij het antwoord op vraag 1 heb aangegeven, beoordeelt het Ctgb thans een bezwaarschrift dat op het toelatingsbesluit van Merit Turf is binnengekomen.
Ik wacht deze beoordeling af.
De vragen van het lid Jansen (SP) inzake «Imidacloprid en thiacloprid in relatie tot bijensterfte» kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van uitstel is dat afstemming van de antwoorden met derden extra tijd vergt.