Ingediend | 20 juli 2010 |
---|---|
Beantwoord | 11 augustus 2010 (na 22 dagen) |
Indiener | Tanja Jadnanansing (PvdA) |
Beantwoord door | Marja van Bijsterveldt (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA) |
Onderwerpen | hoger onderwijs onderwijs en wetenschap |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z11119.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-3053.html |
Ja.
Uit de steekproef van het ISO bleek dat sommige medewerkers niet goed op de hoogte waren van de stand van zaken op hun instelling; sommige medewerkers gaven aan dat zij de laatste regelingen niet altijd tijdig te horen kregen van hun bestuur. Ook op de websites was de informatie soms onvolledig.
Voor studenten die nu een studie kiezen voor het studiejaar 2011–2011 is het lastig als deze informatie bij de instellingen niet tijdig op orde is.
Ja, dit schept voor studenten onnodige verwarring.
Toen de wet versterking besturing is aangenomen is in mei 2010 door OCW de juiste informatie verspreid op de website van de rijksoverheid, op de website van DUO/IB-groep voor zowel instellingen als studenten en aan de koepels VSNU en HBO-raad. Ook heeft DUO/IB-groep informatie aan de instellingen verstrekt in haar digitale nieuwsbrief.
Doel was de informatie zo eenduidig mogelijk te verspreiden. Het ISO heeft zijn tevredenheid getoond over deze acties.
Aan de koepels VSNU en HBO-raad is gevraagd de informatieverspreiding aan de instellingen ter hand te nemen, bij voorkeur met dezelfde voorlichtingstekst als de andere informatiebronnen om verwarring te voorkomen. Het is de verantwoorde-lijkheid van koepels en instellingsbesturen om hun voorlichting tijdig op orde te hebben.
Het is aan de instellingen om de hoogte van het instellingscollegegeld vast te stellen.
Vanuit de overheid is er voor de instellingen geen belemmering om het collegegeld op dit moment vast te stellen en bekend te maken.
In mei 2010 is door OCW een brede voorlichtingsactie uitgevoerd om de juiste informatie over collegegeld te verspreiden. Zie hiervoor het antwoord op vraag 4.
Het ISO is hiervan op de hoogte gesteld en heeft zijn tevredenheid hierover uitgesproken.
Bij wijzigingen zal deze informatie geactualiseerd worden.
Op dit moment is het aan de instellingen om de informatievoorziening correct en op tijd weer te geven.