Ingediend | 16 juli 2010 |
---|---|
Beantwoord | 11 augustus 2010 (na 26 dagen) |
Indieners | Johan Driessen (PVV), Geert Wilders (PVV) |
Beantwoord door | Maxime Verhagen (minister buitenlandse zaken, minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (CDA) |
Onderwerpen | internationaal ontwikkelingssamenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z11041.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-3069.html |
Ja.
De uitspraak van de speciale gezant van Haïti bij de VN, Leslie Voltaire, heeft betrekking op de bijdragen van donoren aan het wederopbouwfonds van de Wereldbank. Hij gaf aan dat donoren tot dusver minder dan 2 procent van de toezeggingen, die tijdens de donorconferentie op 31 maart jl. in New York zijn gedaan, hebben overgemaakt.
Donoren hebben in totaal bijna 10 miljard dollar (8 miljard euro) toegezegd voor de wederopbouw, waarvan ruim 5 miljard dollar voor 2010 en 2011 tijdens de donorconferentie in New York. Het kantoor van Bill Clinton, de Speciale Vertegenwoordiger van de VN voor Haïti, geeft aan dat momenteel 506 miljoen dollar van de toezeggingen in New York daadwerkelijk door donoren is uitbetaald, hetgeen hoger is dan het percentage van de speciale gezant van Haiti bij de VN.
De toegezegde hulp van de Nederlandse centrale overheid betrof de inzet van een Nederlands reddingsteam (Urban Search and Rescue Team) en een marineschip (HMS Pelikaan). Daarnaast is financiële steun toegezegd bestaande uit 1 miljoen euro voor noodhulp via het «World Food Programme» van de VN, 1 miljoen euro voor noodhulp via het IFRC (Rode Kruis) en 41,7 miljoen euro via de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO), waarvan 12 miljoen euro voor noodhulp en 29,7 miljoen euro voor wederopbouw.
Alle voor noodhulp toegezegde bedragen zijn overgemaakt naar voornoemde hulporganisaties, die thans hieruit projecten in Haïti financieren2. Het bedrag voor wederopbouw is nog niet overgemaakt aan SHO, want dit is bestemd voor wederopbouwactiviteiten in de periode vanaf 2011.
Over de juiste besteding van de toegezegde hulp zijn afspraken gemaakt met de voornoemde hulporganisaties. De Nederlandse regering monitort de besteding nauwgezet via bilaterale en internationale kanalen.
Zie antwoord vraag 3.