Ingediend | 16 juli 2010 |
---|---|
Beantwoord | 21 september 2010 (na 67 dagen) |
Indiener | Nine Kooiman |
Beantwoord door | André Rouvoet (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport, minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU) |
Onderwerpen | jongeren zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z11022.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3.html |
Iemand die bij het zorgkantoor een PGB wil aanvragen dient te beschikken over een geldig indicatiebesluit voor AWBZ-zorg van een bureau jeugdzorg (voor jeugd-ggz) of van het CIZ (voor jeugd-lvg). Ik kan niet aangeven wat de gemiddelde doorlooptijd is voor een AWBZ-indicatie voor jeugdigen bij beide organisaties. De reden daarvoor is dat bij de bureaus jeugdzorg de doorlooptijd voor indicaties voor jeugd-ggz (AWBZ-zorg) niet apart wordt geregistreerd. Bij het CIZ is geen informatie beschikbaar uitgesplitst naar leeftijd of leveringsvorm van voorkeur.
De gemiddelde doorlooptijd voor alle eerste indicatiebesluiten (inclusief die voor AWBZ-zorg) bij bureau jeugdzorg is de afgelopen jaren teruggebracht naar gemiddeld 10 weken in het 1e kwartaal van 2010. Het CIZ heeft in het jaar 2009 87% van het totale aantal aanvragen binnen de wettelijke termijn van 6 weken afgehandeld.2
Overigens heeft de herindicatie-operatie in het kader van de uitvoering van de pakketmaatregel in 2009 een opwaartse druk gegeven op de doorlooptijden bij zowel het bureau jeugdzorg, als het CIZ.3
De langere doorlooptijd bij bureau jeugdzorg wordt verklaard doordat de indicatiestelling bij de bureaus jeugdzorg zowel inhoudelijk als procedureel verschilt van die bij het CIZ.
Bij de indicatiestelling zoals bedoeld in de Wet op de Jeugdzorg gaat het niet alleen om de beoordeling van het individu maar ook van het gezinssysteem. Verder gebeurt de indicatiestelling niet vanaf papier, maar is deze in de praktijk vaak gekoppeld aan een onderzoek en aan een eerste aanzet tot een zorgplan. Tenslotte geldt als verschil dat bureau jeugdzorg in het indicatieproces ondersteuning biedt bij het verduidelijken van de hulpvraag van de cliënt, waarbij onder meer wordt bekeken of AWBZ-zorg of jeugdzorg is aangewezen.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Mij is bekend dat tot voor kort in enkele provincies door de toename van aanvragen voor AWBZ lange wachttijden bestonden voor een (her)indicatie. Onder andere door het aanstellen van extra medewerkers zijn de wachttijden teruggebracht. Door onder meer vereenvoudiging van de indicatiestelling streef ik er samen met de sector naar de doorlooptijden verder terug te brengen.
Gezinnen die de zorg reeds financieren door middel van een persoonsgebonden budget behouden dit. Voor hen verandert er niets.
Het College voor zorgverzekeringen zal de maatregel van de subsidiestop van de persoonsgebonden budgetten monitoren. Dit betekent dat vanaf augustus resultaten bekend zullen worden van cliënten die op een PGB-wachtlijst terecht komen. Dit kan als oorzaak hebben dat AWBZ-zorg in natura (in onvoldoende) mate aanwezig is of dat de voorkeur van de cliënt uitgaat naar een persoonsgebonden budget.
Ik ga ervan uit dat u met uw vraag bedoelt dat aanbieders van AWBZ-zorg aan jeugdige cliënten behalve aan budgethouders met een pgb-financiering ook reguliere zorg gaan verlenen aan cliënten die kiezen voor zorg in natura. Zorgaanbieders die nu alleen nog werken vanuit de pgb-financiering kunnen een WTZi-toelating overwegen. Hierdoor wordt de zorgaanbieder onder kwaliteitstoezicht van de IGZ geplaatst. Indien toegelaten hebben zorgaanbieders de mogelijkheid om behalve zorg aan budgethouders óók zorg in natura te verlenen en hierover productieafspraken te maken met het zorgkantoor.
In de Wet op de jeugdzorg is vastgelegd dat een cliënt aanspraak heeft op jeugdzorg. Die aanspraak reikt zo ver als het indicatiebesluit van het bureau jeugdzorg aangeeft. Het gaat hierbij om de jeugdzorg als bedoeld in de Wet op de jeugdzorg, dus zorg in het kader van opgroei- of opvoedingsproblemen. Aangezien dit recht op dit moment al in de wet is verankerd, is nadere inzet om het recht te behouden niet noodzakelijk.
In het Afsprakenkader ben ik met de provincies overeengekomen dat aan alle kinderen de zorg wordt geboden die nodig is. Daarbij wordt aan kinderen waarbij de veiligheid in het geding is en aan kinderen in crisissituaties direct geïndiceerde zorg geboden. De inzet is dat de overige kinderen binnen negen weken worden geholpen. Langer wachten kan alleen als dat volgens het bureau jeugdzorg inhoudelijk verantwoord is.