Ingediend | 15 juli 2010 |
---|---|
Beantwoord | 10 augustus 2010 (na 26 dagen) |
Indiener | Joël Voordewind (CU) |
Beantwoord door | Maxime Verhagen (minister buitenlandse zaken, minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (CDA) |
Onderwerpen | europese zaken internationaal ontwikkelingssamenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z10982.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-3042.html |
Ja.
De Europese Unie schort de ontwikkelingshulp aan Afghanistan niet op. De EU heeft de vaststelling van het nieuwe EU-meerjarenprogramma 2011–2013 voor Afghanistan uitgesteld tot na de Kabulconferentie om het zoveel mogelijk in lijn te brengen met Afghaanse prioriteiten. Dit uitstel heeft geen gevolgen voor de lopende OS-programma's van de EU, omdat het hier de programmering vanaf 2011 betreft. Tijdens de Kabulconferentie heeft de Afghaanse regering beleidsvoorstellen en plannen voor de komende jaren gepresenteerd. De EU zal aan de hand hiervan bekijken of het nieuwe meerjarenprogramma aanpassing behoeft.
Geen, zie verder de beantwoording van vraag 2.
Uitgangspunt bij alle Nederlandse ontwikkelingsprogramma’s en projecten is dat de beschikbare middelen efficiënt en effectief worden aangewend en dat corruptierisico’s worden vermeden door het nemen van de juiste voorzorgsmaatregelen op het gebied van controle en monitoring. Dit is ook het geval bij de lopende Nederlandse ontwikkelingsinspanningen in Afghanistan. Dit neemt niet weg dat Nederland ook de algemene ontwikkelingen in ogenschouw neemt.
Corruptie binnen de Afghaanse overheid is inderdaad een probleem dat veel aandacht vergt. Nederland dringt, net als vele andere internationale partners, al langere tijd aan op een steviger anti-corruptiebeleid. De maatregelen die president Karzai heeft aangekondigd tijdens de recente Afghanistanconferentie in Kabul op 20 juli jl. stemmen in dat opzicht positief. Zo is, naast een eerdere beslissing om het «High Office of Oversight» te versterken, nu ook afgesproken dat er een controlecommissie wordt opgericht waarin Afghaanse en internationale experts toezicht houden op de maatregelen op het gebied van corruptiebestrijding. Ook heeft Karzai aangekondigd dat het wettelijk anti-corruptiekader in lijn zal worden gebracht met de VN Conventie tegen Corruptie en dat de onafhankelijke «Control and Audit Office» zal worden versterkt. Dit zijn belangrijke, bemoedigende stappen, maar uiteraard gaat het uiteindelijk om de implementatie. Nederland zal de uitvoering van de afspraken nauwlettend blijven volgen.
Zoals ik heb toegezegd tijdens het laatste Algemeen Overleg over Afghanistan, heeft Nederland er in de aanloop naar de Kabulconferentie herhaaldelijk op gewezen dat re-integranten geweld zullen moeten afzweren, niet alleen tegen Afghanen, maar ook tegen buitenlandse troepen. Ook in de EU-boodschap voor de Kabulconferentie werd dit benadrukt. De Afghaanse regering lijkt deze visie te delen, wat ook blijkt uit het communiqué van de Kabulconferentie, waarin juist deze, algemene formulering van het afzweren van geweld is gehanteerd, in plaats van die uit de slotverklaring van de vredesjirga.
Er is geen sprake van vrijgekomen hulpgelden. Een deel van de Nederlandse bijdrage aan de Afghaanse ontwikkeling gaat echter reeds via particuliere kanalen. Het is echter ook van belang de Afghaanse overheid zelf verantwoordelijkheid te geven in de ontwikkeling en uitvoering van de programma’s. Daarom heeft Nederland ervoor gekozen een groot deel van de bijdragen via het «Afghanistan Reconstruction Trust Fund» te kanaliseren. Hiermee is het mogelijk om de Afghaanse overheid direct te ondersteunen bij de wederopbouw, terwijl er goed toezicht is op de besteding van de middelen omdat deze door de Wereldbank worden beheerd. Nederland is continu in overleg met de Wereldbank, de Afghaanse overheid en andere donoren van het ARTF om controles en «audits» te versterken en de transparantie van de gehele Afghaanse begroting te verbeteren.