Ingediend | 6 juli 2010 |
---|---|
Beantwoord | 8 juli 2010 (na 2 dagen) |
Indiener | Geert Wilders (PVV) |
Beantwoord door | Jan Peter Balkenende (minister-president , minister algemene zaken) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur koninklijk huis parlement |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z10602.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2830.html |
Ja.
Nee; ik neem afstand van de door u gebezigde kwalificaties.
Een informateur staat niet boven doch ten behoeve van de onderhandelende partijen (de desbetreffende Tweede Kamerfracties); aan hen is het oordeel of een informateur handelt binnen de opdracht.
Een informateur treedt in die hoedanigheid op, en niet in of namens functies die betrokkene overigens beroepsmatig en/of politiek bekleedt. Dat is voor de heer Tjeenk Willink niet anders dan voor zijn directe voorganger of voor zijn directe opvolgers als informateur(s). De vraag naar het vicevoorzitterschap van de Raad van State is dus geheel niet aan de orde.
Een informateur neemt zelf de verantwoordelijkheid voor de aanvaarding van een informatieopdracht en voor de wijze waarop deze wordt ingevuld, zulks gedurende het informatieproces ter beoordeling van de betrokken fractievoorzitters, na afloop van een afgeronde fase van het informatieproces ter beoordeling van de Tweede Kamer (zie artikel 139a, derde lid, van het Reglement van Orde) en na afloop van een formatie bij het optreden van de nieuwe minister-president wederom ter beoordeling van de Tweede Kamer.
Zie antwoord vraag 4.
Neen; om de redenen die ik meermalen, laatstelijk bij de behandeling in uw Kamer van de ontwerpbegroting Algemene Zaken 2010, heb uiteengezet, ben ik voorstander van het bestaande grondwettelijk systeem waarbij het staatshoofd als onderdeel van de regering valt onder de volledige ministeriële verantwoordelijkheid.