Ingediend | 1 juli 2010 |
---|---|
Beantwoord | 11 augustus 2010 (na 41 dagen) |
Indiener | Boris van der Ham (D66) |
Beantwoord door | André Rouvoet (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport, minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU) |
Onderwerpen | basisonderwijs onderwijs en wetenschap |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z10334.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-3062.html |
Het onderzoek van dr. Janet van Hell kijkt naar het leren en vervolgens het gebruik van een tweede taal zoals dat op dit moment in het Nederlandse primair onderwijs gebeurt. Hieruit blijkt dat het leren van een tweede taal op de basisschool, in dit geval het Engels vanaf groep 7, positief is. Het kinderbrein blijkt prima in staat om de taallessen op school op een goede manier te verwerken. Ook blijkt dat de realistische, aantrekkelijke methoden die in het primair onderwijs worden gebruikt, goed zijn. Nederland doet het in dat opzicht goed.
Verder komt uit het onderzoek naar voren dat wanneer we het nog beter willen doen, en dan met name op het gebied van de Engelse uitspraak, het beter zou zijn om eerder te beginnen (vanaf groep 1) en om (near) native speakers de lessen Engels te laten verzorgen.
De uitkomst van dit onderzoek heeft geen gevolgen voor het beleid dat ik op dit moment voer rondom het vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto).
Er is een verplichting om Engels aan te bieden in het primair onderwijs; de meeste scholen doen dit vanaf groep 7 maar een groeiend aantal scholen begint vanaf groep 1 met Engels. Scholen houden zich aan de Wet op het primair onderwijs en de kwaliteit is voldoende2.
Van de 279 scholen die het afgelopen schooljaar Engels hebben aangeboden vanaf groep 1, maakte ongeveer de helft gebruik van (near) native speakers.
Daarnaast worden de leerkrachten die nu werken op scholen waar vroeg Engels wordt aangeboden, geschoold via speciale cursussen om hun didactische kennis te verbreden en om hun taalvaardigheid te vergroten naar minimaal B2-niveau (het niveau van een onafhankelijke gebruiker), maar vaak ook naar C1-niveau (het niveau van een vaardige gebruiker).
In haar brief van 5 juni 2009 (31700-VIII-186) heeft staatssecretaris Van Bijsterveldt aangegeven dat alle pabo’s tijdens de opleiding Engels aanbieden.
In 2009 heeft de NVAO3 besloten over de meeste accreditatieaanvragen van pabo’s; een aantal pabo’s was daarvoor al geaccrediteerd. De NVAO neemt een positief besluit indien zij de opleiding voldoende in staat acht studenten voor te bereiden op het lesgeven in alle vakken in het primair onderwijs die binnen de bevoegdheid van de leraar basisonderwijs vallen.
Verder werken de pabo’s gezamenlijk aan de invoering van een kennisbasis, waaronder ook voor Engels. Daarmee wordt vastgelegd welke kennis de student aan het einde van opleiding moet bezitten. Tot slot zal binnen het samenwerkingsverband dat het Europees Platform met een aantal pabo’s heeft gesloten, een standaard voor vvto-scholen worden ontwikkeld.