Ingediend | 24 juni 2010 |
---|---|
Beantwoord | 28 juni 2010 (na 4 dagen) |
Indiener | Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid terrorisme |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z09788.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2758.html |
Ja.
Ja.
Ik steun, alle aspecten afwegende, en in het bijzonder gelet op het grote belang van de intensieve samenwerking met de Verenigde Staten in de strijd tegen terrorisme(financiering), de door het Spaanse Voorzitterschap gemaakte afweging om de onderhavige ontwerpovereenkomst zo snel mogelijk ter goedkeuring aan de Raad en daarna aan het EP voor te leggen, zeker nu de eerstvolgende bijeenkomst van de JBZ-Raad niet eerder is voorzien dan op 7 en 8 oktober 2010.
Het is mijn bestendige inzet, uiteraard met inachtneming van de institutionele kaders en besluitvormingsprocedures die volgen uit het Verdrag van Lissabon, om het Nederlandse Parlement zo tijdig en adequaat mogelijk op de hoogte te houden van alle relevante ontwikkelingen op JBZ-gebied, ook als dat door de actuele ontwikkelingen noodgedwongen op zeer korte termijn moet gebeuren, zoals in dit geval. Mede daarom heb ik heden beide Kamers een brief gestuurd met een beschrijving van de laatste stand van zaken in de onderhandelingen tussen de EU en de VS over de nieuwe SWIFT-overeenkomst.
Ja, zoals ook uit mijn in het antwoord op vraag 4 bedoelde brief volgt, is de Nederlandse regering ingenomen met het door de Commissie bereikte onderhandelingsresultaat, dat nauw bij het door de Raad op 11 mei jl. verstrekte onderhandelingsmandaat aansluit2 en daarmee ook recht doet aan de zorgen die binnen het Europees Parlement - en tot op zekere hoogte ook bij verschillende lidstaten - leefden met betrekking tot de overeenkomst van 30 november 2009. De nieuwe ontwerpovereenkomt bevat meer waarborgen op het gebied van dataprotectie en individuele rechtsbescherming dan deze laatste overeenkomst. In de preambule van de ontwerpovereenkomst en door middel van een afzonderlijke verklaring van de Raad wordt een duidelijke koppeling gelegd met het nog tot stand te brengen specifieke dataprotectieverdrag tussen de EU en de Verenigde Staten. De ontwerpovereenkomst voorziet bovendien via artikel 13 in een solide evaluatiemechanisme dat het mogelijk maakt de vinger ten aanzien van de feitelijke implementatie van de overeenkomst aan de pols te houden en zo nodig passende maatregelen te nemen. Om een einde te kunnen maken aan de verstrekking aan de VS van grote hoeveelheden gegevens roept het ontwerp-Raadsbesluit tot sluiting van de overeenkomst de Europese Commissie op om binnen een jaar een juridisch en technisch kader voor te stellen voor het extraheren van data op het grondgebied van de EU. De Commissie heeft al te kennen gegeven dat zij daartoe bereid is. Ook de overeenkomst zelf bevat een bepaling over een dergelijk Europees «TFTP» (artikel 11).
Zie antwoord vraag 5.
Ja.