Ingediend | 23 juni 2010 |
---|---|
Beantwoord | 28 juni 2010 (na 5 dagen) |
Indiener | Ronald van Raak |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z09720.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2757.html |
De cijfers van de antidiscriminatiebureaus laten geen landelijke stijging van antisemitisme zien. Het landelijke beeld van meldingen en incidenten van antisemitisme fluctueert en lijken in direct verband te staan met spanningen in het Midden-Oosten. Het antidiscriminatiebureau Regio Amsterdam geeft aan in de eerste vier maanden van 2010 geen stijging te zien in het aantal meldingen van antisemitisme. In de gehele regio Amsterdam is geen stijging te zien van antisemitische meldingen in de eerste vier maanden van 2010 ten opzichte van de eerste maanden in 2009. Uiteraard geldt dat het aantal meldingen lager kan liggen dan het reële aantal voorvallen.
Het Landelijk Expertisecentrum Diversiteit (LECD) van politie geeft aan dat het aantal meldingen via de laagdrempelige politiewebsite www.hatecrimes.nl niet toegenomen: in de eerste vijf maanden van 2010 zijn landelijk vier meldingen over homofoob geweld ontvangen.
Het landelijk criminaliteitsbeeld discriminatie 2009 van politie komt zeer binnenkort uit en wordt vervolgens zo spoedig mogelijk, deze zomer nog, naar de Tweede Kamer gestuurd. Op basis van dit criminaliteitsbeeld zullen wij vaststellen of er sprake is van een toename van geregistreerde incidenten van bedreigingen en beledigingen van religieuze en seksuele minderheden bij politie.
Bij bovenstaande dient opgemerkt te worden dat het moeilijk is om op basis van alleen cijfers over klachten, meldingen en aangiften van discriminatie vast te stellen of er een trend waarneembaar is, aangezien niet iedereen die discriminatie ervaart hiervan melding doet. Het kabinet investeert daarom in diverse discriminatiemonitoren die een verdiepende analyse bieden. Zie ook het antwoord op vraag 4.
Zie antwoord vraag 1.
De aanpak van discriminatie heeft een hoge prioriteit voor dit kabinet én voor politie en het Openbaar Ministerie (OM). Er is al veel geïnvesteerd door het kabinet en de politie om te stimuleren dat discriminatie-incidenten worden gemeld of dat hiervan aangifte wordt gedaan, zoals de website www.hatecrimes.nl die een laagdrempelige mogelijkheid biedt voor het melden van hatecrimes, delicten met een discriminatoir motief. Via het LECD van politie, de contactpersonen discriminatie en de taakaccenthouders discriminatie binnen de politiekorpsen wordt voortdurend aandacht gevraagd voor het herkennen van discriminatoire aspecten bij de aangiftes. De regionale homonetwerken van politie kunnen op verzoek als intermediair fungeren bij het doen van aangifte. In de huidige algemene politieopleiding is het vak Multicultureel vakmanschap opgenomen. Hierin is aandacht voor diversiteit en verschillende levensstijlen binnen de samenleving en hoe hiermee om te gaan. Daarnaast wordt in dit vak aandacht besteed aan de Aanwijzing Discriminatie 2007 van het College van Procureurs-Generaal waarin de strafrechtelijke aanpak van discriminatie staat beschreven.
Alle meldingen en aangiften worden regelmatig besproken in het Regionaal Discriminatieoverleg dat in elke politieregio plaatsvindt onder voorzitterschap van de discriminatieofficier van justitie, waarbij ook vertegenwoordigers van politie en antidiscriminatiebureaus aanwezig zijn. Hierin wordt de strafwaardigheid en voortgang van alle bekende meldingen en aangiften besproken.
Het kabinet heeft geïnvesteerd in de uitbreiding van het aantal wijkagenten: 500 in vier jaar. Deze uitbreiding ligt op schema. In 2009 zijn er landelijk 319 wijkagenten bijgekomen ten opzichte van 2007.
Het is moeilijk om in algemene zin iets te zeggen over de tolerantie ten aanzien van religieuze en seksuele minderheden, omdat dit een zeer breed en divers thema betreft.
Ik verwijs u naar de voortgangsrapportage lesbisch en homo-emancipatiebeleid 2008–2010 en de homo-emancipatiemonitor «Steeds gewoner, nooit gewoon» van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) die vandaag naar de Tweede Kamer zijn gestuurd. In het SCP-rapport wordt onder meer gesteld dat de tolerantie ten aanzien van homoseksuelen in Nederland de laatste jaren is toegenomen. De voortgangsrapportage gaat in op wat de inzet van dit kabinet is op het terrein van veiligheid, onderwijs en integratie.
Op korte termijn ontvangt u de Monitor rassendiscriminatie 2009, waarin een hoofdstuk aan antisemitisme is gewijd. Voorts kan ik u melden dat naar aanleiding van maatschappelijke spanningen rondom het conflict in Gaza de toenmalige Minister voor Wonen, Wijken en Integratie, de toenmalige Minister voor Ontwikkelingssamenwerking en de Minister-president begin 2009 verschillende gesprekken hebben gevoerd met zowel Joodse organisaties als islamitische- en minderhedenorganisaties in Nederland met het doel de spanningen te kanaliseren. Deelnemers aan deze gesprekken benadrukten het belang van gezamenlijk optreden van Joodse en islamitische gemeenschappen in Nederland in het bestrijden van antisemitisme en andere vormen van discriminatie en onverdraagzaamheid. Om dit te blijven stimuleren heeft het Ministerie van VROM het Joods Marokkaans Netwerk van Amsterdam eenmalig financieel ondersteund. Momenteel verkent het netwerk de mogelijkheid om activiteiten te organiseren om het netwerk zichtbaar te maken in de samenleving, zoals gastlessen op scholen waarbij elkaar respecteren en accepteren centraal staan.
Daarnaast heeft het Ministerie van VROM dialoogtrainingen voor leraren ondersteund. Deze trainingen bieden leraren handvatten om een dialoog te kunnen starten over (gevoelige) maatschappelijke thema’s.
Voor wat betreft de strafrechtelijke maatregelen verwijs ik u naar het antwoord op vraag 3.