Ingediend | 23 juni 2010 |
---|---|
Beantwoord | 25 juni 2010 (na 2 dagen) |
Indieners | Jeroen Recourt (PvdA), Ahmed Marcouch (PvdA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z09719.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2741.html |
Ja.
Bestaande opsporingsmiddelen zijn op zichzelf toereikend om op te treden tegen belediging, discriminatie en geweld tegen bepaalde groepen. Dat neemt niet weg dat ik – ook op het gebied van opsporing – de inzet van lokagenten niet uitsluit, voor zover deze methode in verhouding tot de methoden die thans worden toegepast nodig en effectief blijkt te zijn. Van geval tot geval zal moeten worden bezien of de inzet van dit instrument proportioneel is.
Zie antwoord vraag 2.
Voor de toelaatbaarheid van een middel is het van belang dat het geen intentie tot het plegen van strafbare feiten doet ontstaan, anders dan al bij betrokkenen aanwezig was. Het zou naar mijn oordeel onjuist zijn het dragen van een keppeltje als zodanige uitlokking te beschouwen. De legitimiteit van de inzet in een individueel geval staat uiteraard ter beoordeling aan de strafrechter. Zie verder het antwoord op vragen 2 en 3.
Op mijn departement is geen gedetailleerde informatie beschikbaar over het gebruik van en de juridische mogelijkheden rondom dit specifieke opsporingsmiddel in andere EU-Lidstaten.
Zie antwoord vraag 5.