Ingediend | 18 juni 2010 |
---|---|
Beantwoord | 9 juli 2010 (na 21 dagen) |
Indiener | Harry van Bommel |
Beantwoord door | Maxime Verhagen (minister buitenlandse zaken, minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (CDA) |
Onderwerpen | recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z09569.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2892.html |
Ja.
Genoemde straffen zijn, zoals ik de Kamer eerder heb geïnformeerd, het gevolg van een amendering van de Anti-Terrorismewet in 2006, waarbij jongeren, in de leeftijdscategorie van 15 tot 18 jaar, als volwassenen veroordeeld kunnen worden. Momenteel krijgt deze Anti-Terrorismewet in Turkije voorrang boven het VN Verdrag voor de Rechten van het Kind. De Europese Commissie en EU-lidstaten hebben eerder al, onder meer op dit punt, kritiek geleverd op de Turkse anti-terrorismewetgeving. Zo is aangedrongen op een redelijker toepassing van deze wetgeving, met inachtneming van het proportionaliteitsbeginsel.
Mede in dit licht heeft de Turkse regering benadrukt prioriteit te zullen geven aan amendering van de bewuste wetgeving. Volgens laatste berichten is de parlementaire behandeling in de tweede week van juli voorzien. Afgewacht moet worden of dit daadwerkelijk gaat lukken.
Zie antwoord vraag 2.
Verbetering van de sociale, economische, culturele en politieke rechten van de Koerdische minderheid in Turkije is voor de Nederlandse regering een belangrijke prioriteit. Daarom zal Nederland zowel bilateraal als via de EU het belang hiervan aan de orde blijven stellen. De Nederlandse Ambassade in Ankara volgt de ontwikkelingen, mede om die reden, op de voet.