Ingediend | 3 juni 2010 |
---|---|
Beantwoord | 8 juli 2010 (na 35 dagen) |
Indieners | Attje Kuiken (PvdA), Martijn van Dam (PvdA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z09079.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2854.html |
Ja.
Vanwege de korte tijd tussen de kennisgeving en de demonstratie zelf (ongeveer 5 uur, terwijl in de APV wordt uitgegaan van een kennisgevingtermijn van minimaal 4 x 24 uur) is uitsluitend telefonisch contact geweest met de organisatoren. In dit gesprek is een aantal afspraken gemaakt. Zo mocht, in gevolge de Wet openbare manifestaties de ambassade van Israël niet worden gehinderd in haar werkzaamheden en werd daarom als locatie voor de demonstratie overeengekomen het trottoir voor de ingang van het Binnenhof, tegenover het Buitenhof (bij het Willem Drees-monument). De organisator is gewezen op zijn verantwoordelijkheid voor het goede verloop van de demonstratie en het voorkomen van ordeverstoringen. Daartoe zou de organisator een ordedienst instellen. De organisator gaf wel aan dat de emoties bij de demonstranten naar verwachting hoog op zouden kunnen lopen en dat de organisator niet zonder meer kon instaan voor een ordelijk verloop. De burgemeester heeft, gehoord de driehoek, besloten de demonstratie, mede gelet op de actualiteit en de mogelijkheden om deze te faciliteren, desondanks doorgang te laten vinden. Daarbij is de inschatting gemaakt dat robuuste en adequate politiemaatregelen tijdens de demonstratie benodigd zouden zijn.
Met de organisator zijn ook enkele algemene richtlijnen doorgenomen die tot doel hebben om demonstraties ordelijk te doen verlopen:
De demonstratie is niet geheel conform de gemaakte afspraken en gegeven richtlijnen verlopen. Zo trachtten demonstranten toch dichter bij de Israëlische ambassade te komen gedurende de demonstratie. Voorts werd een vlag verbrand en werden wegen geblokkeerd. De organisatie had voorzien in een ordedienst die slechts bestond uit enkele personen. Deze kon niet voorkomen dat demonstranten trachtten de Israëlische ambassade te bestormen.
De grote lijnen van het geschetste verloop van de gebeurtenissen worden herkend. Het aantal demonstranten lag overigens wel hoger (naar schatting zo’n 700) en o.a. is onvermeld gebleven dat, anders dan afgesproken, na de confrontatie op het Buitenhof nog door zo’n 200 personen een demonstratieve optocht is gehouden door de Haagse binnenstad, eindigend op het Plein. Daar is de demonstratie uiteindelijk ontbonden.
Ja, naarmate de demonstratie vorderde werd de sfeer dreigender. Zo trachtten diverse demonstranten hun identiteit te verbergen door hun gezicht te bedekken met sjaals, werden dreigende teksten gescandeerd, werd een vlag verbrand en probeerden uiteindelijk de demonstranten het Buitenhof op te trekken in de richting van de Israëlische ambassade. Daarbij werd opgeroepen om de ambassade te bestormen. De politie heeft diverse malen de demonstranten gevorderd niet verder het Buitenhof op te lopen, maar toch trachtten demonstranten een ME-linie te doorbreken. Hierdoor werd de ME genoodzaakt geweld te gebruiken.
Een toevallig passerende vrijwilligster van Slachtofferhulp Haaglanden (welke organisatie is ondergebracht bij Bureau Vrijwilligers van Politie Haaglanden) bood tijdens de demonstratie aan de opererende politiefunctionarissen haar hulp aan als tolk. Zij was gekleed als moslima en was niet in functie. Een vijftal demonstranten zag dat zij zich bij een politiebiker legitimeerde als werknemer van de politie en die groep liep met foto- en filmcamera’s naar het tweetal. De biker heeft daarop de opdringerige demonstranten weggestuurd, maar toen steeds meer demonstranten op de groep afkwamen, heeft de biker samen met de vrijwilligster getracht weg te lopen. Daarbij moest de biker enkele demonstranten wegduwen. Toen de biker en de vrijwilligster van de groep waren weggelopen, bleek een deel van de demonstranten het tweetal te zijn gevolgd. Eén van hen heeft op een gegeven moment een trap tegen het achterwiel van de biker gegeven, kennelijk in een poging hem ten val te brengen. Dit mislukte. Even later kreeg de biker een harde klap op zijn onderrug. Hij raakte daardoor gewond. De vrijwilligster is niet geslagen. De biker wist de vrijwilligster nog in veiligheid te brengen en heeft zich daarna onder behandeling laten stellen van een arts. Een aanhoudingseenheid van de politie heeft opdracht gekregen de groep betrokken demonstranten aan te houden, maar de betrokkenen waren inmiddels verdwenen. De politie doet nog onderzoek naar de mogelijke dader van de mishandeling van de biker.
Zie antwoord vraag 5.
Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van de leden Van Dam en Kuiken (beiden PvdA) over geweld tegen deelnemers aan een anti-Israël demonstratie, die werden ingezonden op 3 juni 2010, deel ik u mee dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat nog niet alle gegevens zijn verkregen. Beantwoording zal plaatsvinden zodra alle informatie is verkregen.