Kamervraag 2010Z09056

De gewelddadige Israëlische inname van de humanitaire vloot voor Gaza

Ingediend 3 juni 2010
Beantwoord 13 juli 2010 (na 40 dagen)
Indiener Mariko Peters (GL)
Beantwoord door Maxime Verhagen (minister buitenlandse zaken, minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (CDA)
Onderwerpen internationaal organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z09056.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2918.html
  • Vraag 1
    Bent u bereid alsnog antwoord te geven op de nog onbeantwoorde vraag 4 van mijn schriftelijke vragen ingezonden op 27 mei jl., luidende: Deelt u de mening dat het aanbod van Israël om de producten via een reguliere grensovergang Gaza binnen te brengen onvoldoende en ongeloofwaardig is, omdat Israël tegelijkertijd via die grensovergangen veel te weinig humanitaire goederen toelaat waardoor de bevolking van Gaza al jarenlang in schrijnende omstandigheden leeft?1
  • Vraag 2
    Onderschrijft u de constatering dat de VN Zeerechtconventie bindend is en de San Remo Manual over het zeeoorlogsrecht niet?

    Het VN Zeerechtverdrag is verbindend voor de verdragspartijen, voor niet-partijen geldt dat grote delen van het zeerechtverdrag gewoonterechtelijke regels bevatten. Het San Remo Manual on International Law Applicable to Armed Conflicts at Sea is een gezaghebbende compilatie van de geldende regels van zeeoorlogsrecht, dat als document zelf niet bindend is.

  • Vraag 3
    Hoe motiveert u uw aanname dat niet de VN Zeerechtconventie maar het zeeoorlogsrecht van toepassing is omdat Israël een gewapend conflict heeft met Hamas en omdat de VN Zeerechtconventie geen regels voor zeeoorlog zou bevatten, in het licht van het feit dat Israël geen gewapend conflict heeft met Turkije, vlaggenstaat van het aangevallen schip, en zich jegens Turkije dus heeft te houden aan het gewone, bindende zeerecht?

    Juist omdat Turkije geen gewapend conflict heeft met Israël, moeten schepen onder Turkse vlag verondersteld worden neutraal te zijn. Neutrale schepen behoren geen blokkades te breken en mogen gecontroleerd worden ten einde hun neutraliteit te bevestigen.

  • Vraag 4
    Hoe motiveert u uw aanname dat Israël bevoegd is neutrale schepen op volle zee te controleren, in het licht van het verbod van artikel 22 van de VN Zeerechtconventie, dat stipuleert dat een oorlogsschip een buitenlandse commercieel schip op de volle zee niet mag enteren, tenzij een verdragsuitzondering van toepassing is, zoals verdenking van piraterij, slavenhandel etc, waarvan in dit geval geen sprake was?

    Deze bevoegdheid is gebaseerd op het zeeoorlogsrecht. Artikel 22 van het VN Zeerechtverdrag handelt over scheepvaartroutes en verkeersscheidingsstelsels in de territoriale zee.

  • Vraag 5
    Onder verwijzing naar uw antwoord op de vragen van 31 mei waarin u aangeeft dat volgens de San Remo Manual on International Law neutrale schepen alleen opgebracht kunnen worden als ze een blokkade breken2, onderschrijft u de conclusie dat Israël daarom geen recht had de humanitaire vloot op te brengen, omdat die zich nog op volle zee bevond en geen blokkade had gebroken?

    Uit openbare media is begrepen dat door de Israëlische marine is gewaarschuwd voor het aanstaande breken van de blokkade. Onder het zeeoorlogsrecht zijn strijdende partijen bevoegd neutrale schepen te onderzoeken om vast te stellen of deze inderdaad neutraal zijn. Aangenomen wordt dat het de intentie van Israël is geweest een dergelijk onderzoek uit te voeren.

  • Vraag 6
    Onderschrijft u de toepasselijkheid van het internationale humanitaire recht dat onder meer in de Vierde Geneefse Conventie, artikelen 17 en 23, zeeblokkades verbiedt voor humanitaire goederen?

    De genoemde bepalingen van de Vierde Geneefse Conventie bieden de strijdende partijen de mogelijkheid de hulpgoederen te controleren om het karakter daarvan vast te stellen.

  • Vraag 7
    Bent u, gelet op het feit dat u de rechtsregels van de San Remo Manual als uitgangspunt neemt, ook van mening dat artikelen 47 en 103 van die handleiding moeten gelden, namelijk dat aanvallen op schepen met een humanitaire missie niet zijn toegestaan en dat humanitaire goederen vrije doorgang moeten krijgen? Zo nee, waarom niet?

    Onderzoek zal duidelijk moeten maken of sprake was van een aanval in de zin van regel 47. Neutrale schepen dienen onderzoek van de lading toe te staan ten einde hun neutrale status te handhaven. In het geval van een blokkade onderwerpt regel 103 schepen met hulpgoederen aan de mogelijkheid van inspectie, uitgaande van de betrokkenheid van de beschermende mogendheden of het ICRC bij het transport van de hulpgoederen. Van dergelijke betrokkenheid was in onderhavig geval overigens geen sprake.

  • Vraag 8
    Bent u bereid er bij de Israëlische autoriteiten op aan te dringen dat de nakomende vloot met humanitaire goederen voor Gaza, vrije doorgang moet krijgen? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 9
    Bent u bereid in elk geval vraag 8 uiterlijk donderdag 3 juni te beantwoorden?

Kamervraag document nummer: kv-tk-2010Z09056
Volledige titel: Vragen van het lid Peters (GroenLinks) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de gewelddadige Israëlische inname van de humanitaire vloot voor Gaza (ingezonden 3 juni 2010).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20092010-2918
Volledige titel: Vragen van het lid Peters (GroenLinks) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de gewelddadige Israëlische inname van de humanitaire vloot voor Gaza (ingezonden 3 juni 2010).