Ingediend | 2 juni 2010 |
---|---|
Beantwoord | 20 juli 2010 (na 48 dagen) |
Indiener | |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | burgerlijk recht economie financieel toezicht financiën overige economische sectoren recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z09044.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2950.html |
Ja.
Volgens de «Monitor gesubsidieerde rechtsbijstand 2008»1 liepen er in 2006 ongeveer twee miljoen gezinspolissen voor rechtsbijstand. Op basis van de cijfers van het CBS over het aantal Nederlandse huishoudens betekent dat een dekkingsgraad van 28% in 2008. Per jaar stijgt het aantal polissen met ongeveer 2%. Dit jaar zal de dekkingsgraad van het aantal huishoudens dus mogelijk gestegen zijn tot rond de 34%. De auteurs van de Monitor wijzen er op dat in sommige publicaties hogere percentages worden genoemd. De reden daarvan is dat deze percentages betrekking hebben op personen in plaats van op huishoudens, of dat er polissen gekoppeld aan de auto of uit hoofde van het lidmaatschap van een vakbond, opgeteld zijn bij gezinspolissen.
Voor rechtsbijstand kan men terecht bij de advocatuur, maar deze vorm van rechtsbijstand is vaak duur, nu de advocatuur, maatwerk biedt, terwijl dat niet in alle zaken in dezelfde mate nodig is. Het aanbieden rechtsbijstand in het kader van een verzekering vormt dan ook een welkome aanvulling op het klassieke aanbod aan rechtsbijstand. Dit brengt wel beperkingen met zich mee. De kosten moeten immers geheel uit de premie worden opgebracht. Op de rechtsterreinen die door een rechtsbijstandverzekering worden gedekt, dienen zich grote aantallen relatief eenvoudige zaken aan.
Rechtsbijstand aan verzekerden wordt in de regel verleend door zogeheten paralegals (HBO-juristen), juristen en advocaten in loondienst van de verzekeraar en externe advocaten2. Het overgrote deel wordt inderdaad verleend door juristen die geen advocaat zijn. Hierdoor kan de verzekeringspremie relatief laag blijven. Volgens gegevens van het Verbond van Verzekeraars zijn in 2008 in totaal 33 108 zaken behandeld door externe advocaten.
Het Verbond van Verzekeraars heeft mij gemeld dat alle verzekeraars opleidingsprogrammas, vaardigheidstrainingen en permanente opleiding kennen. Rechtsbijstandverzekeraars realiseren zich niettemin dat op het punt van kwaliteitsborging de transparantie verder moet worden vergroot.
Ik heb het Verbond van Verzekeraars gewezen op het belang dat de eisen rond kwaliteit en deskundigheid die nu intern bij verzekeraars bestaan, op enige wijze extern toetsbaar zijn en worden vastgelegd in een kwaliteitscode. Het Verbond van Verzekeraars is op dit moment bezig met een kwaliteitscode voor rechtsbijstandverzekeraars, waarbij in ieder geval eisen gesteld zullen worden aan de transparantie van producten en de kwaliteit van dienstverlening. Het Verbond van Verzekeraars streeft er naar om deze kwaliteitscode zo spoedig mogelijk verder vorm te geven.
Invoering van wettelijke eisen acht ik vooralsnog niet noodzakelijk.
Zie antwoord vraag 2.
Alle rechtsbijstandverzekeraars hebben een interne klachtprocedure waarbij opnieuw integraal naar de zaak wordt gekeken door een klachtenfunctionaris.
Voor consumenten bestaat voorts de mogelijkheid om klachten over de dekking door de rechtsbijstandverzekeraar bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) in te dienen, maar Kifid behandelt in beginsel geen klachten over de inhoud van de verleende rechtsbijstand.
Het kabinet is echter van oordeel dat ook in deze vorm van geschillenbeslechting moet worden voorzien. De Minister van Financiën zal hierover in ieder geval in gesprek gaan met de sector en het Kifid en uw Kamer nader informeren.
Burgers kunnen de risicos die men loopt als men een beroep wil doen op rechtsbijstand afwegen en kiezen tussen een substantiële eigen bijdrage bij een beroep op de Wet op de rechtsbijstand3, dan wel een periodieke betaling van een verzekeringspremie of contributie voor een vakbond of consumentenorganisatie.
Rechtsbijstandverzekeraars bieden niet alleen juridische dienstverlening, maar vergoeden ook de proceskosten en expertisekosten e.d. Deze kosten vallen niet onder de gesubsidieerde rechtsbijstand. Ook voor burgers die in aanmerking komen voor gesubsidieerde rechtsbijstand kan een rechtsbijstandverzekering daarom een goede aanvulling of alternatief zijn. Dat geldt overigens ook voor het lidmaatschap van een vakbond of een consumentenorganisatie.
Het nemen van maatregelen acht ik niet nodig.
In mijn brief van 9 maart 2010 heb ik uw Kamer gemeld dat door het WODC een onderzoek naar de kwaliteit van de dienstverlening van de advocatuur en rechtsbijstandverzekeraars is opgezet.4 In dit onderzoek komen onder andere de opleidingen, klachtenbehandeling en kwaliteitsborging en toezicht bij rechtsbijstandverzekeraars aan de orde. Het WODC verwacht dat de onderzoeksresultaten medio 2011 beschikbaar zullen zijn. Afhankelijk van de onderzoeksbevindingen zal worden bezien of de rechtsbijstandverzekering grondig tegen het licht moet worden gehouden. Vooralsnog zie ik daartoe geen aanleiding. Dat geldt ook voor overheveling van het toezicht op rechtsbijstandverzekeraars naar het Ministerie van Justitie.
Zie antwoord vraag 6.
Hierbij deel ik u mee, mede namens de minister van Financiën, dat de schriftelijke vragen van het lid Koşer Kaya (D66) over toezicht op rechtsbijstand verzekeringen (ingezonden 2 juni 2010) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.