Ingediend | 1 juni 2010 |
---|---|
Beantwoord | 18 juni 2010 (na 17 dagen) |
Indiener | Ineke van Gent (GL) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | bestuur organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z08991.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2692.html |
NOVA heeft met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur de gegevens verzameld bij het Rijk, provincies en gemeenten. Ik ga er van uit dat de door deze overheidsorganisaties verstrekte gegevens juist zijn.
De vijf duurste afscheidsbijeenkomsten uit het onderzoek van NOVA:
Burgemeester Opstelten van Rotterdam
€ 200 000
Commandant der Strijdkrachten Berlijn
€ 151 250
Minister van Financiën Zalm
€ 144 728
Burgemeester Wallage van gemeente Groningen
€ 138 000
Burgemeester Brouwer van de gemeente Utrecht
€ 95 000
Drie van bovengenoemde functionarissen hebben afscheid genomen als burgemeester van de gemeente waaraan zij waren verbonden. Het is aan de gemeenteraden van betrokken gemeenten om te toetsen of het uitgavenpatroon voor deze bijeenkomsten proportioneel is te noemen.
De verschillen in kosten zijn terug te voeren op de omvang van de organisatie waaraan betrokkene was verbonden, de diensttijd, het functieniveau en de staat van dienst van betrokken functionaris. Bij een afscheid van een burgemeester geldt nog specifiek het afscheid van de bevolking.
Maar ook de aard van de bijeenkomst en de omvang van het externe netwerk kunnen bepalend zijn voor de vormgeving en dus het kostenbeslag van een afscheidsbijeenkomst die veelal ook ten dienste staat van de relaties van de organisatie met haar netwerk in en buiten de overheid.
Zo was bijvoorbeeld het afscheid van minister Zalm gecombineerd met een op het externe netwerk gericht symposium. In het genoemde bedrag zijn de kosten van deze bijeenkomst ad € 55 000 meegenomen.
Het is aan het betrokken bestuursorgaan om te bepalen of tegen de achtergrond van deze factoren het kostenbeslag proportioneel is te noemen. Het is en blijft maatwerk.
Er zijn geen algemene richtlijnen voor overheidsorganen. Het is zoals gezegd maatwerk ter beoordeling van het bestuursorgaan.
Voor het vaststellen van budgetten voor afscheidsbijeenkomsten van leden van de Topmanagementgroep (TMG) bestaan geen vaste richtlijnen.
Voor medewerkers van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties buiten de TMG hanteert het ministerie een leidraad financiële vergoedingen, waarin ook richtlijnen zijn opgenomen ten aanzien van afscheidsbijeenkomsten.
Voor het afscheid van bewindspersonen wordt interdepartementaal een richtlijn in de vorm van een maximumbedrag afgesproken waarbij rekening kan worden gehouden met genoemde factoren. Voor provincies en gemeenten zal het Rijk geen richtlijnen geven. Het is aan de betreffende provincies en gemeenten om zelf met richtlijnen te komen indien daaraan behoefte bestaat.