Ingediend | 25 mei 2010 |
---|---|
Beantwoord | 10 juni 2010 (na 16 dagen) |
Indieners | Khadija Arib (PvdA), John Leerdam (PvdA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | bestuur de nederlandse antillen en aruba ziekten en behandelingen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z08753.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2630.html |
Ja.
Ja, ik ben mij bewust van mijn antwoord richting de Kamer tijdens dat overleg.
Ja, ik ben in algemene zin op de hoogte van hetgeen hierover in de Antilliaanse media naar voren is gebracht.
Ja. Ik stuur u hierbij de brieven van 7 december 2009 en 9 maart 2010 van de Minister van Volksgezondheid en Sociale Ontwikkeling van de Nederlandse Antillen. Tevens stuur ik u mijn schriftelijke reactie hierop van 2 juni 2010.3
De toezegging die ik heb gedaan tijdens het overleg met de Tweede Kamer op 1 juli 2009 luidde dat Nederland bereid is om de Nederlandse Antillen bij prijsonderhandelingen met de farmaceutische industrie te ondersteunen. Het ministerie van VWS heeft laten weten bereid te zijn deze ondersteuning te bieden. Tot op heden heeft de regering van de Nederlandse Antillen niet aangegeven gebruik te willen maken van dit specifieke aanbod. Ambtelijk overleg heeft naar voren gebracht dat de Nederlandse Antillen aangeven reeds te beschikken over een hoogwaardig team van deskundigen dat ervaring heeft met dit soort onderhandelingen. Tijdens het overleg met uw Kamer op 19 mei jl. was ik niet geheel op de hoogte van alle correspondentie die er had plaatsgevonden. Het onderwerp was op dat moment ook niet geagendeerd. Tot mijn spijt heeft dit tot enige verwarring geleid.
De brief van minister Leeflang van 9 maart 2010 verzoekt om technische assistentie bij het uitzoeken van de mogelijkheden voor de invoer van generieke geneesmiddelen, waaronder aidsremmers. Het ministerie van VWS is bereid de Nederlandse Antillen waar mogelijk met deskundigheid bij te staan. In mijn brief van 2 juni heb ik minister Leeflang voorgesteld dat hierover verder contact plaatsvindt met de Vertegenwoordiger van Nederland te Willemstad.